Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 2
Jongeren
1 / 28
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2
Jongeren

Slide 1 - Slide

Cultuur heeft te maken met je aangeboren eigenschappen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Door socialisatie leer je de gewoonten van een groep aan
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Vindt socialisatie zowel bewust als onbewust plaats?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Waarom kunnen Nederlands moeilijk de Koreaanse taal leren?
A
taal is aangeboren
B
Koreaans is moeilijker dan Japans
C
een taal leer je onbewust
D
je bent niet opgevoed met de taal

Slide 5 - Quiz

Wat is aangeboren?
A
Jan huilt, omdat hij niet mee mag voetballen.
B
Mees huilt, omdat hij een onvoldoende heeft.
C
Anita huilt, omdat iemand iets gemeens zei.
D
Eline huilt, omdat ze een poepluier heeft.

Slide 6 - Quiz

Wat is aangeleerd?
A
Voetbaltalent
B
Taalgevoel
C
Creativiteit
D
Muzieksmaak

Slide 7 - Quiz

Wat vinden de nurture aanhangers?
A
Zij zeggen dat een groot gedeelte aangeboren is.
B
Zij zeggen dat je de belangrijkste dingen aanleert en afleert.

Slide 8 - Quiz

In gezinnen dragen oudere kinderen bij aan ... van de jonge kinderen
A
cultuur
B
werk
C
aangeboren eigenschappen
D
socialisatie

Slide 9 - Quiz

Hoe wordt een beloning/straf ook wel genoemd?
A
aangeleerd
B
eigenschap
C
sanctie
D
imitiatie

Slide 10 - Quiz

Internalisatie is ....
A
wanneer normen en waarden een vanzelfsprekend gedeelte zijn geworden van je gedrag
B
wanneer je straf krijgt

Slide 11 - Quiz

Wat zijn rolpatronen?
A
Gedrag dat we niet van elkaar verwachten in bepaalde situaties
B
Gedrag dat we van elkaar verwachten in bepaalde situaties

Slide 12 - Quiz

Hoeveel rollen heb je als persoon?
A
1
B
2
C
meer dan 2

Slide 13 - Quiz

Wat is een gendernorm?
A
Een jongen speelt met een barbie
B
Een stoere man die huilt
C
Een meisje speelt met make-up
D
Een vrouw werkt als stratenmaker

Slide 14 - Quiz

Wat is genderneutraal?
A
Mannen wc en een vrouwen wc
B
Mannen en vrouwen dragen dezelfde kleding
C
Mannen en vrouwen gebruiken dezelfde wc

Slide 15 - Quiz

Ik keur asociaal gedrag goed, ik ben ..
A
tolerant
B
niet tolerant

Slide 16 - Quiz

Wanneer is er sprake van tolerantie?
A
Ik accepteer anderen zoals ze zijn.
B
Ik accepteer anderen niet zoals ze zijn.

Slide 17 - Quiz

Generatieconflicten gebeuren ook tussen jongeren onderling
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Generatieconflicten hebben te maken met de verschillen in normen en waarden
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

De puberteit is...
A
dat mijn hersenen volgroeid zijn
B
dat ik nieuwe normen en waarden leer
C
dat ik leef in de periode tussen de kinder- en volwassentijd

Slide 20 - Quiz

In de puberteit ben ik op zoek naar mijn identiteit
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

Pesten gaat over uitsluiting
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Alleen jonge kinderen hebben last van pestgedrag.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Cyberpesten is net zo erg als normaal pesten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Identificatie is het herkennen van bepaalde kenmerken bij anderen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Wat speelt een belangrijke rol in het groepsgevoel bij jongeren?
A
Woonplaats
B
School
C
Geloof
D
Interesse

Slide 26 - Quiz

Als Oranje speelt, dan juichen wij met zijn allen. Dit is een voorbeeld van:
A
generatieconflict
B
sterke sociale cohesie
C
polarisatie
D
roldoorbrekend gedrag

Slide 27 - Quiz

Individualisering betekent:
A
meer vrijheid om je eigen pad te kiezen
B
minder vrijheid om je eigen pad te kiezen

Slide 28 - Quiz