Blok 4, week 3, werkwoord les 20/1

Blok 4, week 2, werkwoord
Doel: 
Ik kan een werkwoord goed schrijven. 







Wat heb je nodig?
Wisbordje
Stift

1 / 20
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Blok 4, week 2, werkwoord
Doel: 
Ik kan een werkwoord goed schrijven. 







Wat heb je nodig?
Wisbordje
Stift

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat is het werkwoord in de zin: Wij versieren de kerstboom met mooie ballen.

Slide 6 - Open question

Wat is het werkwoord?
Mama bakt lekkere kerstkoekjes in de keuken.

Slide 7 - Open question

Wat is het werkwoord?
Ik geef mijn oma een kerstkaart.

Slide 8 - Open question

Wat is het werkwoord?
We drinken warme chocolademelk.

Slide 9 - Open question

Wat is het werkwoord?
De kinderen spelen in de sneeuw.

Slide 10 - Open question

Papa zoekt zijn zonnebril.
werkwoord =
Schrijf het werkwoord op je wisbordje
A
papa
B
zoekt
C
zijn
D
zonnebril

Slide 11 - Quiz

Wat is het werkwoord?
Hij kijkt met zijn beste vrienden in de lachspiegel.
A
Hij
B
beste
C
kijkt
D
vrienden

Slide 12 - Quiz

Wat zijn werkwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 13 - Quiz

Layad rent buiten in de regen.

werkwoord =
A
rent
B
layad
C
regen
D
buiten

Slide 14 - Quiz

Werkwoorden verzamelen

Slide 15 - Mind map

Wat is geen werkwoord
A
verstoppen
B
hangen
C
sterren
D
zingen

Slide 16 - Quiz

Wat is een werkwoord
A
rendier
B
kerstman
C
lichtjes
D
schrijven

Slide 17 - Quiz

Schrijf de werkwoorden op je wisbordje
timer
1:30
werkwoord
geen werkwoord
lopen
stoel
duwen
pot
staart
spelen

Slide 18 - Drag question

Hoe goed beheers je het doel?
Ik kan een werkwoord goed schrijven?
0100

Slide 19 - Poll

Zelfstandig werken


1. Spelling digitaal: blok 4, week 2, les 4, 5 en 6 

Slide 20 - Slide