EHBO Test je Kennis

Er zijn vier stappen in de EHBO:
a. alarmeren, b. ehbo verlenen,
c. veiligheid, d. slachtoffer
Wat is de juiste volgorde?
A
a-b-c-d
B
a-b-d-c
C
c-d-a-b
D
c-d-b-a
1 / 35
next
Slide 1: Quiz
GezondheidskundeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and 1 video.

Items in this lesson

Er zijn vier stappen in de EHBO:
a. alarmeren, b. ehbo verlenen,
c. veiligheid, d. slachtoffer
Wat is de juiste volgorde?
A
a-b-c-d
B
a-b-d-c
C
c-d-a-b
D
c-d-b-a

Slide 1 - Quiz

Als het slachtoffer een normale ademhaling heeft, start je met reanimatie.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 2 - Quiz

Je handelt hetzelfde bij een verstikkende baby en een verstikkend kind.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 3 - Quiz

Een AED voor volwassenen geeft schade als je hem gebruikt bij een kind.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 4 - Quiz

Een piepende ademhaling valt onder een gewone ademhaling
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 5 - Quiz

De overlevingskans van een slachtoffer met een circulatiestilstand is het grootst als er binnen 6 minuten wordt gestart met reanimatie.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 6 - Quiz

Je mag er voor kiezen om niet te reanimeren
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 7 - Quiz

Met reanimatie houd je de circulatie van het slachtoffer op gang.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 8 - Quiz

Je probeert maar één keer om het vastzittende voedsel of voorwerp uit de keel te vegen.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

Je helpt het slachtoffer van verslikking door op zijn rug te kloppen tijdens het hoesten.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 11 - Quiz

Bekijk de afbeelding.

Welke EHBO -techniek wordt hier toegepast?

A
Handgreep van Zach
B
Heimlich greep
C
Rautekgreep
D
Stabiele zijligging

Slide 12 - Quiz

Je voert de Rautekgreep alleen uit bij een bewusteloos slachtoffer.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 13 - Quiz

Wat doe je als het slachtoffer ineens zijn bewustzijn verliest?
A
DE ADEMHALING CONTROLEREN
B
HEM/HAAR IN EEN STABIELE ZIJLIGGING LEGGEN
C
OVERGAAN TOT REANIMEREN
D
AED GAAN HALEN

Slide 14 - Quiz

Een bewusteloos slachtoffer heeft altijd zijn ogen dicht
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 15 - Quiz

Wat doe je als het slachtoffer geen normale ademhaling heeft?
A
STARTEN MET REANIMATIE
B
IN EEN STABIELE ZIJLIGGING LEGGEN

Slide 16 - Quiz

De elektroden van de AED werken net zo goed op een natte huid als op een droge huid.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 17 - Quiz

Als je geen mobiele telefoon bij je hebt, verleen je in een ernstige situatie eerste hulp tot het slachtoffer weer in orde is.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 18 - Quiz

Wat doe je als een slachtoffer braakt tijdens de reanimatie?
A
Je draait het slachtoffer op de zij en gaat daarna verder met reanimatie.
B
Je gaat door met reanimeren maar blaast wat minder lucht in tijdens het beademen.
C
Je stopt met beademen en voert alleen nog de borstcompressie uit.
D
Je laat iemand anders de reanimatie overnemen.

Slide 19 - Quiz

Zet de juiste stappen op volgorde:
A) Start met 5 initiële beademingen
B) Ga Verder met reanimeren
C)Laat een omstander 112 bellen. Laat een andere omstander de AED halen.
A
ABC
B
BAC
C
CBA
D
CAB

Slide 20 - Quiz

Als een slachtoffer geen problemen aan zijn hart heeft, is het schadelijk om de AED te gebruiken
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 21 - Quiz

Het slachtoffer heeft een grote wond op zijn been en verliest veel bloed. Hij is nog bij bewustzijn, maar je ziet de eerste symptomen van een shock. Wat doe je als eerst?
A
Je verbindt de wond
B
Je legt het slachtoffer in de stabiele zijligging
C
Je laat een omstander 112 bellen

Slide 22 - Quiz

Je laat het object in de wond zitten als je de wond verbindt.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 23 - Quiz

Om te weten hoe ernstig een brandwond is, moet je precies weten welk percentage van het lichaam is verbrand.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 24 - Quiz

Het slachtoffer heeft een brandwond. Je ziet een glimmende, rode huid met blaren. Het kind klaagt over pijn. Welk soort brandwond heeft het slachtoffer?
A
Eerstegraads brandwond
B
Tweedegraads brandwond
C
Derdegraads brandwond

Slide 25 - Quiz

Bij een tweede- of derdegraads brandwond bel je altijd 1-1-2.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 26 - Quiz

Bij een open botbreuk kun je een stuk bot door de huid zien steken.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 27 - Quiz

Voor een goed herstel kun je het beste het bot zo snel mogelijk terug in het lichaam duwen.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 28 - Quiz

Het rekken van de spier met een spierscheur maakt het letsel erger.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 29 - Quiz

Schade aan de hersenen kan nooit meer herstellen.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 30 - Quiz

Als er na 15 minuten geen klachten zijn, weet je zeker dat er geen hersenletsel is.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 31 - Quiz

Bij de kans op wervelletsel voer je toch de kinlift uit om de ademhaling te beoordelen.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 32 - Quiz

Het slachtoffer met vermoedelijk wervelletsel ligt op zijn buik op de grond. Hij is buiten bewustzijn. Wat doe je?
A
Je draait het slachtoffer om zodat je de ademhaling kunt controleren.
B
Je laat het slachtoffer liggen omdat je het wervelletsel niet wil verergeren.

Slide 33 - Quiz

Hoe ver ben je met de cursus?

Slide 34 - Mind map

Wat vind je van de EHBO lessen tot nu toe?

Slide 35 - Open question