Onderwerp + hoofdgedachte + tekstdoelen

Quiz!
Onderwerp, hoofdgedachte en tekstdoelen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Quiz!
Onderwerp, hoofdgedachte en tekstdoelen

Slide 1 - Slide

Het onderwerp...
A
Beschrijft in een hele zin waar de tekst over gaat.
B
Beschrijft altijd in één woord waar de tekst over gaat.
C
Beschrijft in één of enkele woorden waar de tekst over gaat.
D
Is de kortst mogelijke samenvatting van een tekst.

Slide 2 - Quiz


De hoofdgedachte is ...
A
de belangrijkste zin van een alinea. de belangrijkste zin van een alinea.
B
waar de tekst over gaat.
C
het doel van de tekst.
D
het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp van een tekst zegt.

Slide 3 - Quiz

De hoofdgedachte...
A
kan een vraag zijn
B
is altijd een vraag
C
is nooit een vraag

Slide 4 - Quiz

De hoofdgedachte...
A
staat altijd in de inleiding.
B
staat altijd in het slot.
C
moet je altijd zelf bedenken.
D
staat vaak in de inleiding of het slot.

Slide 5 - Quiz

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 6 - Quiz


Wat is het tekstdoel?
A
Instrueren
B
Informeren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 7 - Quiz

Tekstdoelen

Een verkiezingstekst heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren

Slide 8 - Quiz


Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Instrueren

Slide 9 - Quiz

Tekstdoelen

Een politierapport heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren

Slide 10 - Quiz

Wat is het tekstdoel?
Wat is het tekstdoel?
A
overtuigen
B
activeren
C
informeren
D
amuseren

Slide 11 - Quiz

Wat is het tekstdoel?
Wat is het tekstdoel?
A
overtuigen
B
activeren
C
informeren
D
amuseren

Slide 12 - Quiz

Tekstdoelen

Een menukaart heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren

Slide 13 - Quiz