Verkoopprijs en brutowinstopslag (5.2) en 5.3 deel 1

Verkoopprijs en brutowinstopslag (5.2)
Pagina 138
Meneer mr. B.J.M. Horsch

timer
2:00
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Verkoopprijs en brutowinstopslag (5.2)
Pagina 138
Meneer mr. B.J.M. Horsch

timer
2:00

Slide 1 - Slide

Planning
  1. Leerdoelen
  2. Uitleg
  3. Oefenen
  4. Nakijken
  5. Terugblik leerdoelen

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Na afloop van deze les ken/kan ik ...
  1. ... de brutowinstopslag berekenen
  2. ... de verkoopprijs berekenen
  3. ... uitleggen welke btw-tarieven er bestaan
  4. ... de btw berekenen

Slide 3 - Slide

€ 1,50 per kaassoufflée

Slide 4 - Slide

Brutowinstmarge
  • Ik ga alleen kaassoufflées verkopen als ik verwacht winst te maken 
  • Inkoopprijs € 1,50
  • Ik wil 30% winst maken op de inkoopprijs
  • Dit noemen we de brutowinstmarge!
  • = 30/100 * € 1,50 = € 0,45 

Slide 5 - Slide

Verkoopprijs berekenen (1)
  • Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstmarge
  • Inkoopprijs € 1,80
  • Sophianum wil winst maken dus ze hanteren
    een brutowinstmarge van 40%.
  • Bereken de verkoopprijs
  1. Brutowinstmarge = 40 : 100 x € 1,80 = € 0,72
  2. Verkoopprijs = € 1,80 + € 0,72 = € 2,52

Slide 6 - Slide

Verkoopprijs berekenen (2)
Brandon heeft een jaar geleden een Gaming-PC gekocht. Hij wilt deze nu met winst doorverkopen. De inkoopprijs was € 450. De brutowinstmarge bedraagt 30% van de inkoopprijs. 
a) Schrijf de formule op van de verkoopprijs
  • Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstmarge
b) Bereken de verkoopprijs
  • Brutowinstmarge =  30:100 * € 450 = € 135 
  • Verkoopprijs = € 450 + € 135 = € 585
c) Wat gebeurt er als ik mijn brutowinstmarge verlaag naar 20%?
timer
2:00

Slide 7 - Slide

Oefenen
  1. Maken opdracht 13 en 14 pagina 137
timer
5:00

Slide 8 - Slide

Btw (1)

Slide 9 - Slide

Btw (2)
  • Btw betaal je over de aankoop van goederen of diensten
  • Btw = belasting over de toegevoegde waarde = omzetbelasting
  • Er zijn drie btw-tarieven: 0%, 9% en 21%
  • 9%: basisbehoeften, 21%: overige behoeften

Slide 10 - Slide

Btw-berekenen (overnemen)
  • percentage : 100 x verkoopprijs =  Btw
  • Stel de btw bedraagt 21%. De verkoopprijs bedraagt € 10. Bereken de btw.
  • 21:100 x € 10 = € 2,10
  • Je koopt een brood. De verkoopprijs bedraagt € 1,60. Bereken de btw.
  • 9:100 x € 1,60 = € 0,14

Slide 11 - Slide

Consumentenprijs berekenen (1)
  • Consumentenprijs = verkoopprijs + btw
  • Stel de verkoopprijs van een pinkpopkaartje bedraagt € 220 . De btw bedraagt 21%.
  • Bereken de consumentenprijs
  1. Bereken btw =>                               21 : 100 x € 220 = € 46,20
  2. Tel btw op bij  verkoopprijs =>  € 220 + € 46,20 = € 266,20

Slide 12 - Slide

Consumentenprijs berekenen (2)
  • Consumentenprijs = verkoopprijs + btw
  • Stel de verkoopprijs van een laptop bedraagt € 500 (exclusief btw). De btw bedraagt 21%.
  • Bereken de consumentenprijs

  1. Bereken btw =>                               21 : 100 x € 500 = € 105,00
  2. Tel btw op bij  verkoopprijs =>  € 500 + € 105 = € 605
timer
2:00

Slide 13 - Slide

Consumentenprijs
  • Consumentenprijs = verkoopprijs + btw
  • Stel de verkoopprijs van een broek is € 20. De btw bedraagt 21%. Hoeveel bedraagt de consumentenprijs?
  • btw = 21/100 * € 20 = € 4,20
  • Consumentenprijs = € 20 + € 4,20 = € 24,20
  • Wat is het verschil tussen verkoopprijs en consumentenprijs?

Slide 14 - Slide

Controle- en toepassingsvragen
  1. Wat is de formule voor de consumentenprijs?
  2. De consumentenprijs is hetzelfde als de verkoopprijs exclusief btw. Waar of niet waar?

Slide 15 - Slide

Oefenen
  1. Maken odpracht 1, 6, 7 en 10 pagina 138 en 139 
timer
15:00

Slide 16 - Slide

Wat hebben we geleerd? 

Slide 17 - Slide

Leerdoelen
Na afloop van deze les ken/kan ik ...
  1. ... de brutowinstopslag berekenen
  2. ... de verkoopprijs berekenen
  3. ... uitleggen welke btw-tarieven er bestaan
  4. ... de btw berekenen

Slide 18 - Slide