3.9 deel 2

Welkom!
Welkom in de les
1 / 42
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Welkom in de les

Slide 1 - Slide

Planning
1
Oefentoetsje - 5 min.
2
Nakijken huiswerk § 3.9 : vragen 3, 5, 10 en 11
3
Resterende uitleg § 3.9 : 'Internationale samenwerking' + huiswerk

Slide 2 - Slide

Herhaling
Herhaling
Oefentoetsje
timer
5:00

Slide 3 - Slide

Zijn de uitspraken juist of onjuist:
1. Ministers hebben wetgevende en uitvoerende macht.
2. Leden van de Tweede Kamer hebben alleen wetgevende macht.
A
1 = juist, 2 = onjuist
B
1 = onjuist, 2 = juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 4 - Quiz

Wanneer de Tweede kamer het vertrouwen in een minister volledig heeft verloren wordt er meestal gebruik gemaakt van een
A
parlementaire enquête
B
motie van treurnis
C
motie van afkeuring
D
motie van wantrouwen

Slide 5 - Quiz

De Tweede Kamerfractie van d66 heeft een wetsvoorstel ingediend die de verkoop van wiet onder voorwaarden landelijk mogelijk maakt. Van welk recht maken zij gebruik?
A
van initiatief
B
van interpellatie
C
een motie in te dienen
D
een parlementaire enquête te houden

Slide 6 - Quiz

De commissaris van de Koning
A
is voorzitter van Gedeputeerde Staten en de Provinciale Staten
B
maakt alleen deel uit van Gedeputeerde Staten
C
is de plaatsvervanger van de koning
D
controleert Provinciale Staten.

Slide 7 - Quiz

Als je landelijke politiek en de gemeentelijke politiek met elkaar vergelijkt, lijkt de gemeenteraad het meest op:
A
ministerraad
B
Tweede Kamer
C
het kabinet
D
De Eerste kamer

Slide 8 - Quiz

De .... heeft zaterdagavond laten weten de wedstrijd tussen FC Den Bosch en FC Zwolle te verbieden. Reden is dat de politie onvoldoende agenten heeft om de openbare orde te handhaven.
Welk woord hoort op de puntjes?
A
wethouder
B
gemeenteraad
C
scheidsrechter
D
burgemeester

Slide 9 - Quiz

Wie zijn de ministers op provincieniveau?
A
de wethouders
B
Gedeputeerde Staten
C
leden van Provinciale Staten
D
de Commissaris van de Koning

Slide 10 - Quiz

De rijksoverheid stelt de grote lijnen van het beleid vast, maar de precieze invulling gebeurt door lagere overheden. Over welk begrip gaat dit?
A
openbare leven
B
decentralisatie
C
gemeenteraad
D
ruimtelijke ordening

Slide 11 - Quiz

Wat is het verschil tussen een actie en een belangengroep?

Slide 12 - Open question

Welke van de volgende groepen is een belangengroep?
A
Lekker dier
B
Greenpeace
C
ANWB
D
d66

Slide 13 - Quiz

De media signaleren problemen die vervolgens op de politieke agenda komen. We noemen dit de spreekbuisfunctie van de media
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Lobbyen wil zeggen dat mensen via persoonlijke contacten steun zoeken voor hun standpunten bij politici
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Nakijken huiswerk 
Deel 1: § 3.9
vragen 3, 5, 10 en 11

Slide 16 - Slide

3: blz.: 104
Europarlementariërs worden gekozen door de bevolking. Waarom is er dan toch sprake van een democratisch tekort?
Het gekozen Europees Parlement:
  • - heeft niet het laatste woord in de politieke besluitvorming;
  • In Nederland is de stemming in het parlement doorslaggevend.
  • - mag geen wetsvoorstellen indienen;
  • In Nederland heeft de Tweede Kamer het recht van initiatief.
  • - kan commissarissen niet dwingen tot aftreden.
  • Het Europees Parlement kan wel de gehele Europese Commissie dwingen om af te treden!
  • In Nederland treden soms individuele bewindslieden af door een motie van wantrouwen van de Tweede Kamer.


Slide 17 - Slide

5: blz.: 104
De Europese Uniek kent WEL/GEEN trias politica, want....
De Europese Unie kent wel een trias politica, want:
  • - de Raad van Ministers heeft wetgevende macht;
  • - de Europese Commissie heeft uitvoerende en beperkte wetgevende macht;
  • - het Europees Hof van Justitie heeft rechtsprekende macht.
  • Daarbij heeft het Europees Parlement wetgevende macht en controleert voornamelijk het EU-beleid.


Slide 18 - Slide

Opdracht 10 - Europese Unie (blz 105 - WB)
Geef plek in het schema: 
- Europees parlement
- Europese raad
- Europese commissie
- Raad van ministers
- Nationale parlementen
Klaar? Maak opdracht 1 t/m 9  op blz 104/105 van je werkboek

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

 11: blz. 106 
Wat is waar en niet waar over Europa

Slide 21 - Slide

waar/niet waar
Europa heeft een leger. 
  • [niet waar]
  • De EU heeft geen leger. Buitenlands beleid en defensie vallen onder de nationale bevoegdheden. De lidstaten proberen de missies wel op Europees niveau te coördineren, alsook binnen NAVO-verband.
De EU beslist welke informatie op een flesje frisdrank staat. 
  • [waar]
  • De EU vindt dat consumenten recht hebben op juiste en volledige informatie. Daarom zijn voedselproducenten, maar ook cosmeticaproducenten verplicht deze informatie op de etiketten van hun producten op te nemen.


Slide 22 - Slide

waar/niet waar
  •  Het Europees Parlement heeft evenveel macht als de nationale parlementen
  • [niet waar]
  • Jouw middelbareschooldiploma is niet geldig in een andere EU-lidstaat
  • [niet waar]
  • Rietjes, bestek en bakjes mogen niet meer van plastic zijn in de EU vanaf januari 2021. 
  • [waar]
  • Nederland is armer geworden door de EU. 
  • [niet waar]
  • In de EU kun je bijna overal vrij reizen
  • [niet waar]


















• De doodstraf is in sommige EU-lidstaten toegestaan. [niet waar]
• De uitvoerende macht van de EU ligt bij de Europese Commissie. [waar]
• De Europese Unie telt na de brexit 27 lidstaten. [waar]
• Turkije is sinds kort lid van de Europese Unie. [niet waar]


Slide 23 - Slide

waar/niet waar
  •   Je hebt een werkvergunning nodig om in een ander EU-land te gaan werken
  • [niet waar]
De doodstraf is in sommige EU-lidstaten toegestaan. 
  • [niet waar]
De uitvoerende macht van de EU ligt bij de Europese Commissie
  • [waar]
De Europese Unie telt na de brexit 27 lidstaten
  • [waar]
Turkije is sinds kort lid van de Europese Unie
  • [niet waar]


Slide 24 - Slide

Video
Bekijk de video op de volgende dia aandachtig!

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

De NAVO
  • Sinds 1949 is Nederland lid van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie. Een militair bondgenootschap van  landen uit Noord-Amerika en Europa. 
  • De lidstaten helpen elkaar als ze aangevallen worden. 
Na WOII hoorden de landen uit het westblok bij de NAVO

Slide 27 - Slide

Marc Rutte

\
Marc Rutte, ANP

Slide 28 - Slide

Marc Rutte

Sinds 1 oktober 2024 is Marc Rutte de Secretaris Generaal (SG) van de NAVO.  landen. Marc Rutte is als Secretaris Generaal de hoogste vertegen-woordiger van de NAVO.
Marc Rutte, ANP

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

De Verenigde Naties
Vrijwel alle landen ter wereld zijn lid van de Verenigde Naties (VN). De VN werken aan vrede en veiligheid in de wereld door:
  • te bemiddelen bij conflicten tussen landen. Soms met de inzet van militairen.
  • hulp te bieden aan mensen in nood. Bijvoorbeeld bij oorlog, natuurrampen of hongersnoden.
  • regeringen te vragen mensenrechten te respecteren.

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Organisatie
Alle lidstaten hebben één stem in de Algemene Vergadering
  • De Veiligheidsraad is het belangrijkste orgaan van de VN
  • Deze bestaat uit vijf vaste leden (VS, Rusland(SU), GB, China en Frankrijk) en tien wisselende leden
  • De vijf vaste leden hebben vetorecht

Slide 33 - Slide

Veto Verenigde Naties
In de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties hebben alleen de vijf permanente leden vetorecht: China, Engeland, Frankrijk, Rusland en de Verenigde Staten. 

Deze landen kunnen een besluit dat in de Veiligheidsraad een meerderheid van stemmen krijgt, alsnog tegenhouden.

Waarom? --> om toch in gesprek te blijven met elkaar.

Slide 34 - Slide

Vraag?
Waarom had de VN weinig invloed tijdens de Koude Oorlog?

Slide 35 - Slide

Nederland en Srebrenica

Slide 36 - Slide

In Srebrenica vindt een genocide op moslimmannen en jongens plaats

Slide 37 - Slide

Filmclip
Srebrenica

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

De Europese Unie
De VN
De NAVO

Slide 40 - Slide

1. Doel?

2. Hoeveel leden?

3. Wat doet de EU met de soevereiniteit van landen?

4. Kritiek?

Europese Unie

1. Doel?

2. Hoeveel leden?

3. Wat betekent intergouvernementele samenwerking?

4. Wat betekent supranationale samenwerking?
NAVO

1. Doel?

2. Hoeveel leden?

3. Wat doet de Veiligheidsraad?

4. Waardoor lukt het de VN vaak niet om in te grijpen?

Verenigde Naties

Slide 41 - Slide

Lezen: 3.9 - Internationale samenwerking (blz 110t/m 111 - LB)
Maken: opdracht 7 t/m 9 (blz 104/105)
AAN DE SLAG!

Slide 42 - Slide