U3 les 7

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

BONJOUR et BIENVENUE!

Bonjour

et 

bienvenue!!

Mardi 23 janvier

Les objectifs pour aujourd'hui :

- Jij kunt een regelmatig werkwoord op -er vervoegen;

- - Jij oefent voor de luisteertoets: jij kunt de cijfers herkennen en schrijven;

- Jij kunt teksten begrijpen over school en hobby's.

Objectif numéro 1

Jij kunt een regelmatig werkwoord op -er vervoegen.

Tout le monde dit le verbe "danser" avec Madame Baichere.

Maak een hele zin met het werkwoord "parler". Gebruik "nous".

Maak een hele zin met het werkwoord "fermer". Gebruik "tu".

Schrijf de hele vervoeging van het werkwoord "parler" in de tegenwoordige tijd:

Maak een zin met de volgende woorden:
je / le livre / fermer. Pas op: jij moet het werkwoord vervoegen.

Maak een zin met de volgende woorden:
tu / ton / chercher / cahier. Pas op: jij moet het werkwoord vervoegen.

Maak een zin met de volgende woorden:
Hent / la / maths / les / biologie / aimer / et. Pas op: jij moet het werkwoord vervoegen.

Er zijn 2 fouten in deze zin. Wat zijn de fouten? "Mon prof expliquent bien le devoirs".

Objectif numéro 2

Jij oefent voor de luisteertoets: jij kunt de cijfers herkennen en schrijven

Objectif numéro 3

Jij kunt teksten begrijpen over school en hobby's.

Les textes et exercices - 5 min

1/ Ouvre ton livre page 98.

2/ Deux personnes lisent (lezen) le texte 1 "Je déteste..."

3/ Fais les exercices :

exercice 12 : vragen/ questions 1 et 2;

exercice 13 : vragen/ questions 1, 2, 3 et 4 (over dialogue 1).

Al klaar? Leer de woorden van Apprendre 4 (page 107)

Correction des exercices

• Exercice 12 :
  
• 1/ vrai
  
• 2/ faux
  
• Pourquoi c'est faux ?
  
• 1/ "je n'aime pas les maths"
  
• 2/ "La biologie? Je déteste ! Le français et l'histoire aussi".

Correction des exercices

• Exercice 13 :
  
• 1/ 18/20
  
• 2/ les maths
  
• 2/ la musique
  
• 2/ le sport
  
• 2/ la biologie
  
• 2/ le français
  
• 2/ l'histoire

Correction des exercices

• Exercice 13 :
  
• 3/ B = blijven zitten = redoubler
  
• 4a/ een opschepster = "Moi, je suis forte en maths ! J'ai 18 sur 20".
  
• 4b/ is ongeïnteresseerd : il n'est pas intéressé : il n'aime pas beaucoup de matières et il n'est pas très sérieux

Wat heb jij vandaag geleerd?