Delend lidwoord

Bonjour & bienvenue
1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

Bonjour & bienvenue

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Apprendre 5: het delend lidwoord 
Gebruik: 
Als er in het Nederlands géén lidwoord voor het zelfstandig naamwoord staat, krijg je in het Frans een delend lidwoord. 
BV: Zij eet salade  - Elle mange de la salade. 

Vormen delend lidwoord: 
mannelijk:                   DU
vrouwelijk:                  DE LA
klinker/stomme h:   DE L'
meervoud:                  DES

Slide 3 - Slide



Na een ontkenning:
Dan gebruik je in het Frans:

Na een hoeveelheidswoord:
Dan gebruik je in het Frans:


de
d'


de
d'
Het delend lidwoord verandert alleen :

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Het stappenplan voor het delend lidwoord

Stap 1: Ontkenning of hoeveelheidswoord? --> de / d'
Stap 2: Meervoud? --> des
Stap 3: Enkelvoud klinker/stomme 'h' --> de l'
Stap 4: Vrouwelijk? --> de la
Stap 5: Mannelijk? --> du

Slide 7 - Slide

Vous êtes prêts ?
Nu volgen een paar vragen om te kijken of je het begrepen hebt.
Bonne chance !

Slide 8 - Slide

Tu veux ... coca ?

Kies het juiste delend lidwoord.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 9 - Quiz

Non, je ne veux pas ... coca
A
du
B
de la
C
d'
D
de

Slide 10 - Quiz

Wat is de vertaling van 'veel'
A
beaucoup
B
souvent
C
plusieurs
D
parfois

Slide 11 - Quiz

Wat is de vertaling van 'een beetje'
A
un petit
B
un peu
C
une bête
D
un grand

Slide 12 - Quiz

Wat is de vertaling van 'een kilo sinaasappels'
A
un kilo de rouges
B
un kilo de jaunes
C
un kilo d'oranges
D
un kilo de bleus

Slide 13 - Quiz

Wat is de vertaling van 'een glas cola'
A
une glace de coca
B
une tasse de coca
C
un peu de coca
D
un verre de coca

Slide 14 - Quiz

Vertaal 'ik eet geen vlees'https://oefenplein.nl/fr/125-grammatica/208-delend-lidwoord
A
Je ne mange pas du viande.
B
Je ne mange pas des viande.
C
Je ne mange pas de viande.
D
Je ne mange pas d' viande.

Slide 15 - Quiz

Stelling: als je in het NE geen lidwoord gebruikt, gebruik je in het FA een delend lidwoord.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Sleep de delend lidwoorden naar de juiste zinnen.
Je mange ... croissants.
Elle boit ... eau minérale.
Ils achètent ... pain.
Elle n'a pas ... chips.
On a peu ... argent
du
d'
de
des
de l'

Slide 17 - Drag question

Deux kilos ....... pommes.
(Kies het goede delend lidwoord)
A
des
B
de la
C
de
D
du

Slide 18 - Quiz

Je ne bois pas ..... coca.
(Kies het goede delend lidwoord)
A
du
B
des
C
de la
D
de

Slide 19 - Quiz

Geef het juiste delend lidwoord.
Elle prend ..... lait.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 20 - Quiz

Kies het juiste delend lidwoord:
Tu ne mange pas __ viande (v)?
A
de la
B
de

Slide 21 - Quiz

Vul het juiste delend lidwoord in:
'Ma mère achète......pain
A
des
B
de la
C
du
D
de

Slide 22 - Quiz

Je prends ..... poisson.
(Kies het goede delend lidwoord)
A
de la
B
du
C
de l'
D
des

Slide 23 - Quiz

Kies het juiste delend lidwoord:
Je prends une salade avec ___ poivrons (m).
A
du
B
des

Slide 24 - Quiz

Is het delend lidwoord hetzelfde als het lidwoord dat we al kennen
(le, la, les & l' / un & une)?
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quiz

Welk delend lidwoord hoort in deze zin: " je n'ai pas ...... argent"
A
d'
B
du
C
de la
D
de l'

Slide 26 - Quiz

Een delend lidwoord gebruik je
A
zowel in het Nederlands als in het Frans
B
alleen in het Nederlands
C
alleen in het Frans.
D
bij uitzonderingen in het Frans

Slide 27 - Quiz

Na een ontkenning of een hoeveelheidswoord gebruik je altijd
A
de of d'
B
hetzelfde delend lidwoord
C
je ne sais pas
D
des, d'

Slide 28 - Quiz