Schrijfexamen 2F 2023

Schrijfexamen, wat moet je weten?
1 / 45
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Schrijfexamen, wat moet je weten?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we vandaag doen?
- Wat kan je verwachten op het schrijfexamen?
- Waar moet je aan voldoen op het schrijfexamen?
- Opdracht 
- Afsluiting


Slide 2 - Slide

This item has no instructions


Advertentie 
Sociale media
Artikel of verslag
Hoe bouw je dit op?



Correspondentie
opdracht

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is belangrijk bij het maken van een schrijfexamen?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Leesbaarheid
Voor het beoordelen...


Is je tekst voldoende leesbaar?

Is je tekst voldoende adequaat?


Is dit niet het geval? Dan wordt je tekst niet nagekeken en krijg je een 1. 




Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Waar let de examinator op als hij je schrijfexamen gaat lezen?
  1. Inhoud
  2. Samenhang
  3. Doel en publiek
  4. Woordgebruik en woordvariatie
  5. Spelling, leestekens en grammatica 
  6. Leesbaarheid; gebruik van titel, tussenkopjes en briefconventies. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Samenhang
- Inleiding, kern en slot
- Gebruik van verbindingswoorden
- Alinea's maken


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn voegwoorden en geef min. 1 voorbeeld

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Wat zijn signaalwoorden en geef min. 1 voorbeeld

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

En nu jullie...
 Je gaat individueel aan het werk met de opdracht.  Je opent in Taalblokken de beroepsgerichte module    2F GENERIEK  Correspondentie Deel 1 - Voorbeelden en opdrachten (✔11)

We gaan hier samen naar kijken; stel vragen, dit is je laatste kans!

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Opdracht of opdracht koffieautomaat
Je werkt bij een garagebedrijf. Je bent automonteur en je neemt deel aan de cursus APK I/II keurmeester. Het examen vindt plaats over twee weken op een dag dat je eigenlijk moet werken. Je wilt twee dagen vrij hebben: de dag van het examen en de dag ervoor, zodat je je goed kunt voorbereiden op het examen. Je stuurt een e-mail met dit verzoek aan je leidinggevende.
timer
15:00

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Check in duo
  • of alle informatie erin staat (zie punten voorbereiding);
  • of de opbouw goed is;
  • of er geen spelfouten inzitten;
  • of alle leestekens op de juiste plaats staan.
Welke top geef jij mee en welke tip?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Nabespreking
Beoordeel elkaars e-mail aan de hand van het beoordelingsformulier.
Bespreek de beoordeling van jullie beiden samen na.

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Heb je genoeg geleerd?
Bedankt en veel succes!


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Kerstquiz  

Slide 15 - Slide

This item has no instructions


Wat vieren wij eigenlijk
met Kerstmis?
A
Dat de kerstboom weer binnen mag staan
B
Het overlijden van Jezus Christus
C
De geboorte van Jezus Christus
D
De komst van de drie wijzen uit het Oosten

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Vul in: (worden) je broer dit jaar wél uitgenodigd bij zijn schoonfamilie, of (worden) hij weer buitengesloten?
A
word, word
B
wordt, word
C
word, wordt
D
wordt, wordt

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions


Waar komt het woord 'Kerst' vandaan?
A
Het is een verbastering van 'Christus'
B
Vroeger zette men een kersenboom binnen
C
Het is een anagram van 'sterk'
D
Het komt oorspronkelijk van 'verst': Jezus moest van ver komen

Slide 18 - Quiz

 'Kerstenen' betekent letterlijk: christelijk maken

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Goed opgelet?

Wat is de naam van de loterij?
A
Kerst kanjer
B
Sterkt eenander
C
Knallende kerst
D
Kerst trekking

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Hoofdletters: Dit jaar begint kerstmis op Maandag, maar de kerstvakantie begint al op Vrijdag.
A
Kerstmis, maandag, Kerstvakantie, vrijdag.
B
kerstmis, maandag, kerstvakantie, vrijdag.
C
kerstmis, Kerstvakantie.
D
Kerstmis, woensdag, kerstvakantie, vrijdag.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord kun je op de puntjes invoeren?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Je zag een fragment uit de kerstklassieker Home Alone. In welk jaar kwam deze film uit?
A
1978
B
1990
C
2000
D
2018

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions


Wij vieren kerst op 2 dagen: Eerste Kerstdag & Tweede Kerstdag. Hoeveel dagen duurde het kerstfeest vroeger (tot het jaar 813)?
A
4
B
5
C
12
D
36

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

Philippe Geubels verwijst in dit fragment naar de wijzen uit het Oosten als 'de drie wildvreemden die op bezoek komen'. Wat namen zij naast wierook nog meer mee als 'kraamcadeaus'?
A
Goud en zilver
B
Hout en mirre
C
Mirre en goud
D
Zilver en hout

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

In welk land ligt Bethlehem?
A
Verenigde Staten
B
Palestina
C
Zuid-Afrika
D
Israël

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat vieren we op 6 januari?
A
De wederopstanding van Jezus
B
Een paar oude mannen uit het Oosten
C
Drie koningen
D
De verjaardag van Snuggels (rechts op foto)

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions


In welk land viert men géén
Tweede Kerstdag?
A
Frankrijk
B
Duitsland
C
België
D
Cyprus

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Waarom zetten wij met kerst eigenlijk een kerstboom op?
A
Voor de gezelligheid (geen reden)
B
Omdat de kribbe onder een dennenboom stond
C
Omdat Maria van dennenbomen hield
D
Omdat mirre op een dennennaald lijkt

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Vul in: Tijdens het kerstdiner (gebeuren) er altijd wel iets. Meestal (vallen) oma in slaap.
A
gebeurd, valdt
B
gebeurt, vald
C
gebeurt, valt
D
gebeurd, valt

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Jezus werd na zijn geboorte in een 'kribbe' gelegd. Maar wat is een kribbe eigenlijk?
A
een lectuurbak
B
een soort voetenbank
C
een klein wiegje
D
een voederbak

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord past er op de puntjes?

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Hoeveel kerstbomen worden er gemiddeld per jaar verkocht in Nederland?
A
1,3 miljoen
B
2,6 miljoen
C
6,4 miljoen
D
7,2 miljoen

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Slide 37 - Video

This item has no instructions

Wat eten jullie altijd met kerst?

Slide 38 - Mind map

This item has no instructions


Hoeveel kerstballen hangen er gemiddeld in een kerstboom van 1.80 m. hoog?
A
6
B
19
C
37
D
68

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions


Maak de zin af:
O dennenboom, o dennenboom ...
A
wat is je piek o zo hoog
B
wat zijn je lampjes o zo mooi
C
wat zijn je wortels o zo droog
D
wat zijn je takken wonderschoon

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions


Hoe noem je een dergelijke kerstslinger?
A
allerhande
B
reprimande
C
offerande
D
guirlande

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Slide 42 - Video

This item has no instructions

Wat deed Wham! last christmas?
A
Gave you my Christmas
B
Gave you my car
C
Gave you my heart
D
Gave you my money

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Merry Christmas
And the winner is......

Fijne kerstvakantie!

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Fijne kerst!

Slide 45 - Slide

This item has no instructions