Moderne tijd: Week 11: Kunst en Amusement -Muziek

• Kunst
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4,5

Moderne tijd: Week 11: Kunst en Amusement -Muziek

Examentopics

Avantgardistische stromingen

Expressionisme en atonaliteit in de muziek

Ontstaan nieuwe muzieksoorten: Bleus en Jazz

Entartete Kunst

Kunst als vermaak: bleus, ragtime

Waardering van de Afro-Amerikaanse muziek (Jazz)

In de geschiedenis

Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) -> afschaffing slavernij.

Kansen voor Afro-Amerikanen zijn er niet.

In New Orleans ontstaat een ware cultuur van zwarte muziek.

Muziek van de katoenvelden, bleus, banjo, brassbands en ragtime vloeit samen.

Ragtime wordt een rage in Europa in de jaren 20 als vrolijke dansmuziek (Stravinsky).

Vanuit de Ragtime ontwikkeld zich de jazz.

Door sluiting van de muziekwijk in New Orleans verspreid Jazz zich over het Amerikaanse continent. -> ontstaan bigbands.

New Orleans- en Chicago-jazz: overwegend zwarte muzikanten

Dixieland: overwegend witte muzikanten -> tapdans

Worksongs en Spiritual

1700

Worksongs:  

Ter ondersteuning

van het werk

Teksten over het werk

Erg ritmisch

Spirituals

Godsdienstig

Koor/voorzanger

Matig tempo

Call & Response

De muziekstijl van dit fragment heet

1. Blues
2. Gospel
3. Spiritual
4. Worksong

Blues 1860

Ontstaan uit spirituals en worksongs 

Slepend tempo

Droevige inhoud

Driedelig couplet (eerste twee zinnen hetzelfde, derde anders)

Blue note 

Welke kenmerken zorgen voor het droevige karakter?

1. Slepend tempo
2. Droevige inhoud
3. Driedelig couplet (herhaling eerste twee zinnen)

Ragtime (1890)

• Gecomponeerde piano muziek 
• Ritme heeft verassende afwijkende accenten ->syncope
• Melodie speelt tegen begeleiding in 
• Ragged = verscheurde maat 

Syncope 

Cakewalk 

• Parodie op hoffelijkheid
  
• Vreemde bewegingen, buigen, springen
• Banjo, viool

Waarom heet het cakewalk?

1. Iedereen nam een cake mee
2. degene die het beste de witte onderdrukker belachelijk maakte, won een cake
3. Dit heeft mevrouw Cake bedacht

Jazz (1900)

• Jazz komt voort uit een mengelmoes van ragtime, blues en   Afrikaanse ritmes 
• Improvisatie 
• Syncopes
• Blue notes
• Blazers
• Scats (zingen van woorden zonder betekenis) 

Noem één instrument dat een ritmische functie heeft en noem twee instrumenten met een melodische functie.

Jazz

Blues

Improvisatie 

Syncopes

Blazers

Blue notes

Slepend tempo 

Droevige inhoud 

Driedelig couplet 

Jazz

Blues

Ragtime 

Blues

Spirituals

Worksongs

Leerdoel

Je weet wat de herkomst van blues en jazz is en kan de belangrijkste kenmerken van de muziekstijlen herkennen en benoemen. 

Zie planner voor het bijbehorend werk

Theateranalyse: Porgy and Bess (1935) - George Gershwin

Synopsis: