10.1 Man en vrouw 14-12-2022

Wat gaan we doen in deze les?
  1. Quiz man
  2. Uitleg man
  3. Aan het werk!
  4. Quiz vrouw
  5. Uitleg vrouw
  6. Aan het werk! 
1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen in deze les?
  1. Quiz man
  2. Uitleg man
  3. Aan het werk!
  4. Quiz vrouw
  5. Uitleg vrouw
  6. Aan het werk! 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Waar of niet waar?
Stamppot eten zorgt voor meer zaadcellen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Waar of niet waar?
De balzak hangt buiten het lichaam zodat het sperma niet te warm wordt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Waar of niet waar?
Buiten de penis blijft sperma 10 uur goed.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Waar of niet waar?
In de 1e wereldoorlog werd sperma gebruikt als geheime inkt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Waar of niet waar?
Het duurt twee maanden om een zaadcel te maken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Geslachtskenmerken
De kenmerken waaraan je kan herkennen
of iemand een man of vrouw is noemen we
de geslachtskenmerken.

Slide 8 - Slide

Geslachtskenmerken
Primiaire kenmerken: al vanaf de geboorte
aanwezig : de balzak en penis, en de schaam-
lippen

Secundaire kenmerken: ontstaan in de
puberteit

Slide 9 - Slide

Geslachtskenmerken
In de puberteit worden je vruchtbaar (er zijn geslachts/voortplantingscellen in de geslachtsorganen)

Mannen: zaadcellen
Vrouwen: eicellen

Slide 10 - Slide

Mannelijk geslachtsorgaan

Slide 11 - Slide

Zaadlozing

Slide 12 - Slide

Zaadlozing

Slide 13 - Slide

Zaadlozing

Slide 14 - Slide

Maak opdracht 1 t/m 12 van 10.1
Klaar? Kies uit:
- Opdrachten nakijken
- Werken aan je samenvatting

Slide 15 - Slide

urineblaas
zaadblaasje
prostaat
urinebuis
zaadleider
bijbal
zaadbal

Slide 16 - Drag question

Voegt vocht toe aan de zaadcellen en knijpt de urinebuis dicht bij een zaadlozing.
Hier worden zaadcellen gemaakt
Via deze buis verlaat sperma de penis
Hier worden de zaadcellen opgeslagen
Hierdoor worden de zaadcellen vervoerd vanaf de bijballen naar de urinebuis
Prostaat
Zaadballen
Zaadleider
Urinebuis
Bijballen

Slide 17 - Drag question

Bekijk het cirkeldiagram over de samenstelling van sperma hiernaast.
Hoeveel procent van het sperma bestaat uit vocht uit de zaadblaasjes en prostaat?
A
68
B
95
C
32
D
73

Slide 18 - Quiz

Sommige mannen zijn onvruchtbaar doordat ze geen zaadcelen kunnen maken. Kun je dat bij die mannen merken aan de hoeveelheid sperma die ze produceren? Leg je antwoord uit.

Slide 19 - Open question

De eierstokken hebben de grootte van een walnoot.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Je kan helemaal niet zwanger worden tijdens de menstruatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Een meisje van 2 jaar heeft alle eicellen die ze in haar leven gaat maken al gemaakt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Vrouwen worden altijd chagrijnig wanneer ze ongesteld zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

De eicel is de grootste cel in het lichaam.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Te lang een tampon in hebben kan je ziek maken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Vrouwelijk geslachtsorgaan

Slide 26 - Slide

Vrouwelijk geslachtsorgaan
Rijpe eicel = vruchtbaar

Slide 27 - Slide

Vrouwelijk geslachtsorgaan

Slide 28 - Slide

Vrouwelijk geslachtsorgaan
Rijpen van de eicel:

Slide 29 - Slide

Vrouwelijk geslachtsorgaan

Slide 30 - Slide

Ongesteldheid
Terwijl de eicel groeit, wordt het baarmoederslijmvlies dikker. Hierdoor krijgt de toekomstige baby zuurstof en voedingsstoffen.

Bij geen bevruchte eicel wordt het baarmoederslijmvlies afgestoten.

Het baarmoederslijmvlies dat samen met bloed vrij komt noemen we de menstruatie

Slide 31 - Slide

Vrouwelijk geslachtsorgaan

Slide 32 - Slide

Menstruatiecyclus

Slide 33 - Slide

Baarmoeder
Anus
Baarmoedermond
Buitenste schaamlip
Binnenste schaamlip
Vagina
Blaas
Trechter
Clitoris
Ruggenwervel
Eierstok
Eileider
Schaambeen
Endeldarm
Urinebuis

Slide 34 - Drag question

Maak opdracht 14 t/m 22 van 10.1
Klaar? Kies uit:
- Opdrachten nakijken
- Werken aan je samenvatting

Slide 35 - Slide

Samenvatten
Vat de uitleg in een paar zinnen samen, in je schrift.

Snap je alles? 
Wat vind je nog lastig? 
Wat moet je nog extra oefenen?

Slide 36 - Slide