1. Ik kan het recept voor het delen van gehele getallen benoemen. (R)
2. Ik kan het recept voor het delen van gehele getallen nauwkeurig opschrijven. (T1)
3. Ik kan het recept voor delen met gehele getallen boven de 10 toepassen. (T2)
4. Ik kan de uitkomst van de deling controleren met het recept voor vermenigvuldigen (T2).