TW5 3H WS herhaling klas 2: Metafoor, personificatie, vergelijking

Welkom Havo 3
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je boek & schrift met je gemaakte huiswerk
Stap 3: Ga verder lezen:  Eleanor en Park met vragen: blz. 225-229 OF Candy met vragen: blz. 222-225
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom Havo 3
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je boek & schrift met je gemaakte huiswerk
Stap 3: Ga verder lezen:  Eleanor en Park met vragen: blz. 225-229 OF Candy met vragen: blz. 222-225

Slide 1 - Slide

Huiswerk bespreken
(Af)maken NN Woordenschat H1 startopdracht, opdracht 1 en 2 blz. 24-25.

Startopdracht: klassikaal

Slide 2 - Slide

Opdracht 1
1 drieslag
2 climax
3 tegenstelling
4 herhaling
5 omgekeerde climax
6 opsomming
7 herhaling
8 tegenstelling

Slide 3 - Slide

Wat ga je doen?
Leerdoel: Ik kan personificatie, vergelijking en metafoor herkennen en benoemen in een zin.
Hoe bereik je dit doel?
  • Wat weet
  • Uitleg: Metafoor, vergelijking en personificatie
  • Oefenen
  • Huiswerk: blad beeldspraak
  • Controle leerdoel

Slide 4 - Slide

Wat weet je nog over de metafoor? vergelijking? personificatie?

Slide 5 - Open question

Uitleg: vergelijking
Beeldspraak: figuurlijk taalgebruik.
Soorten beeldspraak: Vergelijking, metafoor en personificatie
- Vergelijking: Je zet twee dingen naast elkaar die op elkaar lijken: het object en het beeld.
Object: Een beeld uit de werkelijkheid.
Beeld: Het beeld is waar het object op lijkt.
Voorbeelden: Hij(object) is als een vogel zo vrij(beeld), zijn hoofd(object) lijkt wel een varkenskop(beeld), wat een boom(beeld) van een vent(object) is hij.

Slide 6 - Slide

Vul de vaste vergelijking aan:
zo rood als een ...

Slide 7 - Open question

Benoem het beeld en het object van de zin:
Hij is zo rood als een kreeft

Slide 8 - Open question

Uitleg: metafoor
Metafoor: Bij een metafoor vallen het object en het beeld samen. Je vervangt dan het object helemaal door het beeld.
Voorbeeld: de rots is zo groot als een olifant  Zullen we de olifant eens beklimmen?
Metaforen komen vaak voor als spreekwoord:
• Als het kalf verdronken is, dempt men de put: pas als het kwaad is geschied, pas dan worden er maatregelen genomen.
• Je moet een gegeven paard niet in de bek kijken: Je mag niet klagen over de kwaliteit van iets wat je gekregen hebt.

Slide 9 - Slide

A: Wat is de metafoor?
B: wat is de betekenis achter de metafoor?
'Veronique vliegt door die spannende boeken.'

Slide 10 - Open question

Uitleg: Personificatie
Personificatie: Een ding, plant, dier of abstract begrip (verliefdheid, toekomst, verdriet) krijgt ineens menselijke eigenschappen. Het ding gaat iets doen.
Voorbeeld:
• De zon doet zijn best om tevoorschijn te komen. (De zon kan dit niet letterlijk doen)
• Het fietslampje heeft zijn best gedaan, maar hij is nu echt kapot. (Een fietslampje kan zijn best niet doen)

Slide 11 - Slide

Wat is de personificatie in de volgende zin:
De bomen wiegen in de wind.

Slide 12 - Open question

Is de volgende zin een metafoor, personificatie of een vergelijking?
'Het schip der woestijn neemt ons mee door de Sahara.'
A
Metafoor
B
Personificatie
C
Vergelijking

Slide 13 - Quiz

Is de volgende zin een metafoor, personificatie of een vergelijking?
'Het leven is net een krentenbol, met af en toe een hard stukje.'
A
Metafoor
B
Personificatie
C
Vergelijking

Slide 14 - Quiz

Aan de slag
Wat: Maken: oefening 'Beelspraak'. Daarin staat de theorie nog eens uitgelegd.
Hoe: Je werkt alleen.
Tijd: Tot 5 minuten voor het einde van de les
Klaar: bezig voor een ander vak 

LET OP: Houd LessonUp wel open!

Slide 15 - Slide

Noteer in eigen woorden het leerdoel van vandaag

Slide 16 - Open question

Wat is een metafoor?
A
Mijn opa rookte als een schoorsteen
B
Het schip danste op de golven
C
Niemand wil vriendin zijn met zo'n heks

Slide 17 - Quiz