2.5 De Griekse cultuur

Welkom
Programma:
- Vorige les
- Volgende week
- 2.5 Griekse cultuur/2.6 Grieken en hun buren.
- Godenbrief
- Afsluiting.
1 / 37
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
Programma:
- Vorige les
- Volgende week
- 2.5 Griekse cultuur/2.6 Grieken en hun buren.
- Godenbrief
- Afsluiting.

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze paragraaf:
  • Kun je 4 voorbeelden geven van de Griekse cultuur.
  • Kun je uitleggen wat wetenschap is.
  • Weet je wie Hippocrates en Herodotus waren.
  • Kun je uitleggen wat filosofie is.
  • Weet je wie Socrates is.
  • Ken je de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slide 2 - Slide

Griekse cultuur
  • Cultuur: alles wat er door een samenleving wordt gemaakt en bedacht, bijv. kunst.
  • gebouwen, beelden, schilderijen, toneelstukken, mythen en wetenschap horen bij de Griekse cultuur.
  • Wiskunde werd gebruikt om perfecte tempels etc. te bouwen.

Slide 3 - Slide

Griekse beeldhouwkunst
  • De beelden van de Egyptenaren waren niet levensecht.
  • Dit wilden de Grieken juist wel: levensechte, volmaakte beelden.
  • Beeldhouwers bestudeerden hiervoor het menselijk lichaam: het gezicht, de spieren, de bewegingen.
  • Het maken van perfecte beelden lukte hierdoor steeds beter.

Slide 4 - Slide

Egyptisch beeld
Grieks beeld

Slide 5 - Slide

Wetenschap
  • Grieken waren nieuwsgierig en zochten voor alles een verklaring.
  • Eerst bij goden: ziekten waren een straf van de goden net als misoogsten. Bij onweer was Zeus boos.
  • Later gingen geleerden antwoorden zoeken in de natuur.

Slide 6 - Slide

Hippocrates
  • Ontdekte dat sommige ziekten een andere oorzaak hadden.
  • Hij zag dat mensen ziek werden als ze ongezond leefden en zichzelf slecht verzorgden.

Slide 7 - Slide

Hippocrates
  • Startte een school om artsen op te leidden.
  • Hij leerde zijn studenten dat ze het lichaam en het gedrag van mensen heel nauwkeurig moesten bekijken.

Slide 8 - Slide

Wetenschap
  • Hoe zit de mens, de natuur en het heelal in elkaar?
  • Wetenschap is het verzamelen van kennis door een verschijnsel nauwkeurig te bestuderen.
  • Wetenschappers zoeken dus naar verklaringen en proberen bewijzen te vinden.

Slide 9 - Slide

Herodotus
  • Herodotus probeerde kennis te verzamelen over de geschiedenis.
  • Hij wordt de vader van de geschiedschrijving genoemd.

Slide 10 - Slide

Filosofie
  • Sommige geleerden onderzochten niet de natuur of de mens, maar stelden vragen als:
  • wat is goed en wat is slecht?
  • Zij worden filosofen genoemd.
  • Filosofen zijn op zoek naar wijsheid.

Slide 11 - Slide

Socrates
  • Griekse filosoof.
  • Probeerde mensen iets te leren door hun vragen te stellen.
  • Alleen met veel kennis kun je goede besluiten nemen.
  • “ik weet dat ik niets weet”
  • Hij werd in Athene als een gevaar gezien: slechte invloed op de jeugd. Werd voor de rechtbank gesleept en ter door veroordeeld: gifbeker drinken.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Andere Griekse filosofen
  • Plato Je ogen kunnen je voor de gek houden, dus goed nadenken is altijd belangrijk!  

  • Aristoteles: je moet juist goed kijken! 

Slide 14 - Slide

Wat hoort bij de Griekse cultuur?
timer
0:20
A
Manier van bouwen met zuilen.
B
Aandacht voor sport.
C
Geloof in vele goden.
D
Belangstelling voor wetenschap.

Slide 15 - Quiz

Hoe heten de Grieken die opzoek gingen naar wijsheid?
timer
0:20
A
Filosofen
B
Wetenschappers

Slide 16 - Quiz

Goed of fout?
Filosofen gaven vooral les in de Griekse mythologie.
timer
0:20
A
Goed
B
Fout

Slide 17 - Quiz

Wat is het verschil tussen filosofie en wetenschap?
timer
0:20
A
bij wetenschap doen ze onderzoek, bij filosofie niet
B
er is geen verschil
C
er is bij filosofie onderzoek gedaan en bij wetenschap niet

Slide 18 - Quiz

Welke wetenschap past bij Herodotus?
timer
0:20
A
Geschiedenis
B
Aardrijkskunde
C
Natuurkunde
D
Geneeskunde

Slide 19 - Quiz

Wie was Hippocrates?
timer
0:20
A
Griekse leider
B
filosoof
C
een arts
D
orakel

Slide 20 - Quiz

'Ik weet dat ik niets weet' is een uitspraak van....
timer
0:20
A
Plato
B
Socrates
C
Herodotus
D
Aristoteles

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Link

Kolonies buiten Griekenland
  • Een kolonie is een gebied van een land buiten dat land

  • Griekenland is door het droge klimaat en de rotsachtige grond erg onvruchtbaar (slechts 20% is geschikt voor landbouw)

  • Een mislukte oogst betekende al snel een hongersnood

Slide 23 - Slide

Kolonies buiten Griekenland (2)
  • Sommige Grieken trokken weg, op zoek naar een beter leven

  • Met schepen voeren ze over de Middellandse Zee naar andere gebieden om daar te gaan wonen

  • Rond 750 v. Chr. hadden de Grieken kolonies in Spanje, Italië en Turkije

Slide 24 - Slide

Kolonies buiten Griekenland (3)
  • Tussen de kolonies en het 'moederland' ontstond zoveel handel dat de Grieken rond 550 v. Chr. geen nieuwe kolonies meer stichten.

  • Door de Griekse kolonies raakte de mensen in het Middellandse Zeegebied bekend met de Griekse cultuur (zoals: mythologie, beeldhouwkunst, enz.)

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide



Het Perzische Rijk


Een supermacht onder Cyrus de Grote. Zijn opvolgers, Darius en Xerxes gaan de strijd aan met Griekse stadsstaten.

Slide 27 - Slide

De Perzische oorlogen

  • De slag bij Marathon (490 v. Chr.), Perzisch landleger verslagen.

  • De slag bij Salamis (480 v. Chr.), Perzische vloot verslagen.

  • De slag bij Plataeae (479 v. Chr.), de genadeklap.
490-479 v. Chr.

Slide 28 - Slide

Thermopylae

  • Smalle doorgang haalde het numerieke voordeel weg. 

  • Goed getraind en zwaar bewapend leger van de Spartanen in de Falanx

  • Leonidas en zijn 300 stierven en heldendood
Thermopylae |  480 v. Chr.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video



Verdeelde Griekse poleis


De Griekse poleis werkten gedwongen samen tijdens de Perzische oorlogen. Daarna begonnen zij in de Peloponnesische oorlogen (431-404 v. Chr.) elkaar te bestrijden.

Slide 31 - Slide

  • Macedonische koning en goede legerleider die veel gebieden veroverde.

  • Streefde naar eenheid in zijn rijk.

  • Hij verspreidde de Griekse Cultuur (Hellenisme)
Alexander de Grote

(336-323 v. Chr.)

Slide 32 - Slide

Dankzij de falanx met langere lanzen, een sterke cavalerie (paarden) en flexibele hoplieten (voetsoldaten) liep Alexander zijn tegenstanders onder de voet
Militaire overwinningen

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Schrijf 2 dingen op die je vandaag geleerd hebt.

Slide 35 - Open question

Wat vind je nog lastig?

Slide 36 - Open question

Aan de slag
Wat? Eerst ga je de tekst van par. 2.5 lezen en daarna maak je de opdrachten van par. 2.5 tot de toepassing.
Hoe? Alleen
Hulp? Bij je buurman/buurvrouw. Kom je er samen niet uit, dan vraag je hulp aan je docent.
Tijd? Tot het einde van de les.
Klaar? Dan ga je de toepassingsopdracht maken van par. 2.5 en de leerdoelen uitwerken. Je kunt ook de TestJezelf maken in SOM.

Slide 37 - Slide