This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Psychiatrische ziektebeelden en medicijngroepen
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je de vier meest voorkomende psychiatrische ziektebeelden noemen en hun symptomen beschrijven. Daarnaast ken je de medicijngroepen binnen de psychiatrie en kun je voorbeelden noemen. Tot slot kun je zelf vragen bedenken voor de gastles psychiatrie volgende week.
Slide 2 - Slide
Vertel de studenten wat ze na deze les zullen kunnen en waar ze zich op moeten richten.
Wat weet jij al over psychiatrische ziektebeelden en medicijngroepen?
Laat de studenten de vier meest voorkomende psychiatrische ziektebeelden zien en hun respectievelijke symptomen benoemen.
Depressie
Symptomen: somberheid, vermoeidheid, verlies van interesse.
Slide 5 - Slide
Beschrijf de symptomen van depressie en vraag studenten om voorbeelden te geven van situaties waarin iemand depressief kan zijn.
Schizofrenie
Symptomen: wanen, hallucinaties, verwardheid.
Slide 6 - Slide
Beschrijf de symptomen van schizofrenie en vraag studenten om te oefenen met het identificeren van deze symptomen.
Bipolaire stoornis
Symptomen: stemmingswisselingen, manie.
Slide 7 - Slide
Beschrijf de symptomen van een bipolaire stoornis en vraag studenten om te oefenen met het herkennen van deze symptomen in het dagelijks leven.
Angststoornis
Symptomen: paniekaanvallen, fobieën.
Slide 8 - Slide
Beschrijf de symptomen van een angststoornis en vraag studenten om voorbeelden te geven van situaties waarin iemand een paniekaanval kan krijgen of een fobie kan ontwikkelen.
Beschrijf de medicijngroep antipsychotica en vraag studenten om te oefenen met het identificeren van situaties waarin iemand antipsychotica zou kunnen nemen.
Beschrijf de medicijngroep stemming stabilisatoren en vraag studenten om voorbeelden te geven van situaties waarin iemand stemming stabilisatoren zou kunnen nemen.
Beschrijf de medicijngroep angstremmers en vraag studenten om te oefenen met het identificeren van situaties waarin iemand angstremmers zou kunnen nemen.
Vragen bedenken
Bedenk drie vragen die je volgende week aan de gastdocent psychiatrische ziektebeelden zou willen stellen.
Slide 14 - Slide
Geef studenten tijd om drie vragen te bedenken die ze graag aan de gastdocent zouden willen stellen. Bespreek enkele voorbeelden in de klas.
Samenvatting
Je hebt geleerd over de vier meest voorkomende psychiatrische ziektebeelden en hun symptomen. Daarnaast ken je de medicijngroepen binnen de psychiatrie en kun je voorbeelden noemen. Tot slot heb je vragen bedacht voor de gastles psychiatrie volgende week.
Slide 15 - Slide
Vat de belangrijkste leerpunten van de les samen en geef studenten de gelegenheid om vragen te stellen of dingen te verduidelijken.
Quiz
Beantwoord de volgende vraag: Wat zijn de vier meest voorkomende psychiatrische ziektebeelden?
Slide 16 - Slide
Gebruik een quiz om de kennis van de studenten te testen en hen te stimuleren om de informatie in de les te onthouden.
Quiz antwoord
De vier meest voorkomende psychiatrische ziektebeelden zijn: depressie, schizofrenie, bipolaire stoornis en angststoornis.
Slide 17 - Slide
Geef het juiste antwoord op de quizvraag en bespreek de betekenis van elk ziektebeeld.
Reflectie
Schrijf op wat je het meest interessant vond aan deze les en wat je nog wilt weten over psychiatrische ziektebeelden en medicijngroepen.
Slide 18 - Slide
Geef studenten de gelegenheid om te reflecteren op de les en vragen te stellen die ze nog hebben over het onderwerp.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 19 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 20 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 21 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.