Taalcompleet thema 2 (A1)

Thema 2
De school
1 / 51
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 2
De school

Slide 1 - Slide

Welke klank hoor je?
A
/oo/
B
/oe/
C
/ee/
D
/ui/

Slide 2 - Quiz

Welke klank hoor je?

A
/oo/
B
/oe/
C
/ee/
D
/ui/

Slide 3 - Quiz

Welke klank hoor je?

A
/oo/
B
/oe/
C
/eu/
D
/ui/

Slide 4 - Quiz

Welke klank hoor je?

A
/i/
B
/e/
C
/ee/
D
/aa/

Slide 5 - Quiz

Welke klank hoor je?

A
/ie/
B
/ei/ij/
C
/ee/
D
/ui/

Slide 6 - Quiz

Welke klank hoor je?

A
/ie/
B
/ei/ij/
C
/ee/
D
/ui/

Slide 7 - Quiz

Welke klank hoor je?

A
/ie/
B
/e/
C
/ee/
D
/ui/

Slide 8 - Quiz

Welke klank hoor je?

A
/i/
B
/e/
C
/aa/
D
/a/

Slide 9 - Quiz

Sam ... naar school
A
gaat
B
heeft
C
binnen
D
buiten

Slide 10 - Quiz

... ! Ik ben juf Mirjam.
A
Samen
B
Buiten
C
Pauze
D
Welkom

Slide 11 - Quiz

De ... zegt: 'Goedemorgen!'
A
pauze
B
docent
C
school
D
leerlingen

Slide 12 - Quiz

Wie, wat, waar, wanneer, hoeveel

Slide 13 - Slide

Vul in:
________ woon jij?

Slide 14 - Open question

Vul in:
________ ben jij?

Slide 15 - Open question

Vul in:
______ is je naam?

Slide 16 - Open question

Vul in:
______ dagen heeft een week?

Slide 17 - Open question

Vul in:
_____ ga jij naar school?

Slide 18 - Open question

Vul in:
Ik heb 2 kinderen. _____ kinderen heb jij?

Slide 19 - Open question

Vul in:
_____ is het pauze?

Slide 20 - Open question

Vul in:
Zaterdag en zondag noem je het ______.

Slide 21 - Open question

Vul in:
Vandaag is het maandag. Morgen is het ______.

Slide 22 - Open question

Vul in:
Een week heeft 7 ______.

Slide 23 - Open question

Vul in:
Vandaag is het donderdag. Morgen is het ______.

Slide 24 - Open question

Welk getal hoor je?

Slide 25 - Open question

Welk getal hoor je?

Slide 26 - Open question

Welk getal hoor je?

Slide 27 - Open question

Welk getal hoor je?

Slide 28 - Open question

Welk getal hoor je?

Slide 29 - Open question

Hij ____ mijn broer.
A
zijn
B
ben
C
is
D
bent

Slide 30 - Quiz

Vul in:
Mijn ouders zijn opa en oma.
_____ hebben zes kleinkinderen.

Slide 31 - Open question

Vul in:
Een _____ heeft 7 dagen.

Slide 32 - Open question

De meisjes _____ zusjes.
A
zijn
B
ben
C
is
D
bent

Slide 33 - Quiz

De docent ____ vandaag ziek.
A
zijn
B
ben
C
is
D
bent

Slide 34 - Quiz

Hoe oud _____ jij?
A
zijn
B
ben
C
is
D
bent

Slide 35 - Quiz

De jongens _____ nieuwe schoenen.
A
heb
B
heeft
C
hebben
D
hebt

Slide 36 - Quiz

Mijn neefje _____ een zusje.
A
heb
B
heeft
C
hebben
D
hebt

Slide 37 - Quiz

______ jij een grote familie?
A
heb
B
heeft
C
hebben
D
hebt

Slide 38 - Quiz

Mijn zus en ik _____ geen broer.
A
heb
B
heeft
C
hebben
D
hebt

Slide 39 - Quiz

Vul een goede vorm van hebben in:
Vandaag _____ de leerlingen een toets.

Slide 40 - Open question

Vul een goede vorm van hebben in:
Het kind ______ een lieve oma.

Slide 41 - Open question

Vul een goede vorm van zijn in:
Je oma _____ oud.

Slide 42 - Open question

Vul een goede vorm van zijn in:
Wij ____ morgen vrij.

Slide 43 - Open question

Vul een goede vorm van zijn in:
______ jij lief?

Slide 44 - Open question

Wat hoor je?

Slide 45 - Open question

Wat hoor je?

Slide 46 - Open question

Wat hoor je?

Slide 47 - Open question

Wat hoor je?

Slide 48 - Open question

Wat hoor je?

Slide 49 - Open question

Wat hoor je?

Slide 50 - Open question

Slide 51 - Video