Engels woordjes chapter (Where is My Present?)

• Engels
• Basisschool
• Groep 5

Engels

Woordjes oefenen (chapter 2, Where is My Present?)

Bedroom

1. Slaapkamer
2. Tuinhuis
3. Achterkamer
4. Roomkaas

Bathroom

1. Badjas
2. Badkamer
3. Woonkamer
4. Speelkamer

Living room

1. Leefkamer
2. Woonkamer
3. Leeftijd
4. Huis

Kitchen

1. Kookpan
2. Theedoek
3. Keuken
4. Schuur

The Stairs

1. De brievenbus
2. De trap
3. De auto
4. De prullenbak

Upstairs

1. Onder
2. Koud
3. Huis
4. Boven

Downstairs

1. Beneden
2. Sterren
3. Kaars
4. Keuken

Shower

1. Schoonmaken
2. Douche
3. Kamer
4. Vakantie

Piece of paper

1. Krantje
2. Donald Duck
3. Stuk papier
4. Papier

Door

1. Deur
2. Plankje
3. Doorhebben
4. Klok

Thanks!