Nederlandse woordkunstenaars

1 / 21
next
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Nederlandse woordkunstenaars
Waarom sommige (Nederlandse) woorden verdwijnen

Slide 2 - Slide

Waarom sommige woorden verdwijnen
Pikketanis, saffie en pierewaaier: sommige woorden verlaten na jarenlang gebruik ongemerkt de volksmond. Het kan daardoor voorkomen dat jij je opeens realiseert dat een woord voorgoed verloren is gegaan.

Slide 3 - Slide

Hoe komt het dat woorden verdwijnen?

Slide 4 - Open question

Woorden verdwijnen door
• Deze woorden verdwijnen omdat ze worden vervangen door synoniemen die meer gebruikelijk of modieuzer zijn geworden. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij woorden die verouderd klinken of niet langer in de mode zijn.

Voorbeeld: braveren is verdwenen, nu gebruiken we alleen nog trotseren.

Ook kunnen woorden verdwijnen omdat ze niet meer passend zijn of zelfs beledigend zijn geworden in onze moderne tijd en samenleving. Om deze reden worden sommige woorden bewust vermeden of vervangen door meer geschikte alternatieven.



Slide 5 - Slide

Bedenk een woord dat niet meer wordt gebruikt, omdat deze als ongepast wordt gezien. Beschrijf vervolgens in woorden hoe we dit woord hebben vervangen.

Slide 6 - Open question

Woorden verdwijnen door
Technologische ontwikkelingen

Uitgestorven woorden zijn verbonden aan technologieën die niet meer bestaan of vervangen zijn door automatisering. Vroeger werd het woord ‘flessenschraper’ gebruikt: een object dat vroeger gebruikt werd om flessen zuivel mee leeg te schrapen. Of de uitspraak ‘een telefoonnummer draaien’ of het woord ‘GSM’, dat uit de algemene vocabulaire is verdwenen.




Slide 7 - Slide

Wat betekent algemene vocabulaire?
A
Termen die specifiek zijn voor een bepaald vak.
B
Algemene verzameling van woorden en termen die wordt gebruikt in dagelijkse gesprekken en die bekend zijn bij de meeste mensen.
C
Franse woordenschat.
D
Een geheime taal die wordt gebruikt, waarvan het 'gewone volk' de betekenis niet weet.

Slide 8 - Quiz

Woorden verdwijnen door
Maatschappelijke ontwikkelingen
Veranderingen in de maatschappij.

Een voorbeeld is het ongetrouwd samenwonen waarvoor vijftig jaar geleden het woord ‘hokken’ werd gebruikt. Ongehuwd samenwonen was in de jaren zeventig nog niet algemeen geaccepteerd. Men vond dat bijna beestelijk. Ze noemden het daarom ‘hokken’ of ‘kooien’. Nu ongetrouwd samenwonen wel geaccepteerd is en het de negatieve bijklank heeft verloren, noemen we het gewoon ‘samenwonen’.



Slide 9 - Slide

Samengevat
Woorden kunnen om verschillende redenen verdwijnen, waaronder veranderingen in de cultuur, technologie en taalgebruik. Sommige woorden verdwijnen omdat de dingen of concepten die ze beschrijven niet langer belangrijk zijn of niet meer worden gebruikt. 

Bijvoorbeeld, woorden als "rolfilm" en "typemachine" zijn verdwenen uit ons dagelijks vocabulaire omdat deze technologieën zijn verouderd en zijn vervangen door nieuwe technologieën.


Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Nieuwe woorden
Nieuwe woorden ontstaan uit:
•  Samenstellingen zoals 'winkelwagen' 
•  Afkortingen zoals 'app' voor 'applicatie' of 'foon' voor 'telefoon'
•  Leenwoorden
•  Slang of straattaal zoals 'lappie' voor 'laptop' of 'fakka (fawaka)' voor 'alles goed?'

Kortom, nieuwe woorden ontstaan door de behoefte aan nieuwe uitdrukkingen in de taal. Veranderingen in de samenleving en cultuur spelen hierbij een belangrijke rol.

Slide 12 - Slide

Nieuwe woorden
Nog een vorm van nieuwe woorden die ontstaan noemen we:
 • Neologismen 

Neologismen zijn compleet nieuwe woorden die spontaan worden gecreëerd en worden toegevoegd aan de taal.

Voorbeelden zijn: selfie, vlog.

Slide 13 - Slide

Nederlandse woordkunstenaars
Van Kooten en De Bie was een cabaretduo dat bestond uit Kees van Kooten en Wim de Bie, dat vooral bekend is geworden door hun televisieprogramma's. De televisieprogramma's van het duo bestond uit verschillende sketches en karakters waarin het duo continu speelde met taal.



Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Van Kooten en De Bie
Door veel mensen wordt het duo als ware taalkunstenaars beschouwd. Ze hebben door hun creativiteit de woordenschat van de Nederlandse taal verrijkt met diverse neologismen, zoals 'doemdenken', 'regelneef', 'positivo', en 'oudere jongere'.

Slide 16 - Slide

Van Kooten en De Bie bedachten de volgende woorden. Bedenk in duo's de betekenissen:
1) Arro
2) Zo stoned als een garnaal
3) Regelneef
4) Wibocri
5) Gelul van een dronken aardbei

Slide 17 - Open question

Wat betekent 'doemdenken'?
A
Het is een vorm van humor waarbij men doet alsof alles altijd misgaat.
B
Het is een vorm van meditatie waarbij men zich richt op de ondergang van de wereld.
C
Continu denken dat er slechte dingen zullen gebeuren of dat de toekomst somber en hopeloos is.
D
Het is een manier om gedachten te ordenen en te structureren.

Slide 18 - Quiz

Wat betekent 'giecheltrut'?
A
Een slangachtige vogelsoort die voorkomt in de jungle.
B
Een truttig en onnozel persoon die veel giechelt.
C
Een bijzondere techniek om te goochelen.
D
Een vrouw die altijd lacht, zelfs als er niets grappigs is gebeurd.

Slide 19 - Quiz

Taalvariatiekalender GO 7.3
Afgelopen drie weken heb jij geleerd over taalvariatie. Maak een taalvariatiekalender die duurt tot het einde van het schooljaar (vakanties meegerekend). Bij elke week voeg je minimaal één onderdeel van taalvariatie toe. De onderdelen zijn:

• Taalgeschiedenis
• Verdwijnen en ontstaan van nieuwe woorden
• Vlaams en Zuid-Afrikaans
• Een multiple choice vraag over (...)
• Nieuwe woorden
• Hebban Olla Vogala
• Bedenk eigen woorden
• Van Kooten en De Bie
• Straattaal en leenwoorden

Let op: je mag geen voorbeelden letterlijk uit de LessonUps overnemen. Gebruik het internet en jouw kennis en creativiteit.

Slide 20 - Slide

Taalvariatiekalender GO 7.3
Werkwijze taalvariatiekalender
Tot het einde van het schooljaar (inclusief vakanties).

• Je krijgt de kalender op papier
• Je vult de vakken in met een onderdeel van variatie (zie vorige dia)
• Je kan kiezen uit een weetje, theorie, een meerkeuzevraag, een zelfbedacht woord of eigen invulling
• Je werkt met afbeeldingen, kleuren, tekeningen
• De taalvariatiekalender is leesbaar
• Je gaat zorgzaam met de papieren kalender om - dit is namelijk een belangrijk product

Slide 21 - Slide