Les 46 - §5 Rijm

Les 46 - §5 Rijm
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

Les 46 - §5 Rijm

Slide 1 - Slide

Hallo 1vhtb
Pak je spullen alvast (boek/Nieuw Nederlands/pen+schrift) en je leesboek
  • Wat gaan we doen vandaag?
  • Lezen
  • Nakijken §3+4
  • Uitleg §5
  • Opdrachten maken §5
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Controleer het zelf
1. dvd's
2. maneges
3. furiën
4. lolly's
5. paria's
6. waterski's
7. smileys

Slide 3 - Slide

LESDOELEN:

Ik kan/weet...

- Wat rijm is en waarom het gebruikt wordt.
- wat metrum is.

Slide 4 - Slide

Nakijken
§1 en §2 van spelling nakijken.

Slide 5 - Slide

Rijm en Metrum

Slide 6 - Slide

Eindrijm - de bekendste

Voorbeelden:
Sinterklaasrijm
Kinderliedjesrijm

Slide 7 - Slide

Alliteratie - beginrijm
Suzan leerde Ben lopen in de brede Heuvellaan. => 

Veel leuker: Liesje leerde Lotje lopen langs de lange Lindelaan.  
Denk ook aan: Donald Duck, 
Willie Wortel, buurman Bolderbast

Slide 8 - Slide

Alliteratie - hoe te gebruiken
  1. Maak je tekst;
  2. Verander woorden of voeg woorden toe, zodat er alliteratie ontstaat.

  • lange straat => lange laan
  • duisternis => dikke, donkere duisternis

Slide 9 - Slide

Assonantie - klinkerrijm

“Ik voel me rot ik ga kapot Ik lijk wel zot tot over mijn oren smoorverliefd op jou” (Smoorverliefd, Doe Maar)



Slide 10 - Slide

Assonantie - hoe te gebruiken
  1. Maak je tekst;
  2. Verander woorden (of voeg woorden toe), zodat er assonantie ontstaat.

Ik houd heel erg van drop => Ik ben verzot op drop.

In de stad (a) praten (aa) de mensen. => géén assonantie


Slide 11 - Slide

Metrum
Woorden en zinnen hebben een bepaald ritme van beklemtoonde en onbeklemtoonde klanken.

In gedichten maken schrijvers gebruik van deze eigenschap om de tekst op maat te schrijven, dit heet metrum. 
Voorbeeld

Liesje leerde Lotje lopen langs de lange Lindelaan.  

Te zijn of niet te zijn (to be or not to be)


Slide 12 - Slide

Wat weet je al?
timer
2:30
Een Bruce uit het Brabantse Vlijmen
heet járen al véél liever Thijmen.
En weet je vanwáár?
Als ’n klontje zo klaar:
met die naam valt beter te ...
1. Welk woord past aan het eind van het gedicht?
2. Noteer welke woorden rijmen door gelijke eindklanken.
3. Noteer welke woorden rijmen door gelijke beginklanken.
4. Noteer twee woorden die rijmen door overeenkomst in klinkers.

Slide 13 - Slide

Zelf oefenen 1vhtb
Cursus 7 Spelling §3 Meervouden
Wat:  Maak van §5 opdracht 2 t/m4  p. 98.
Hoe:  Individueel 
Hulp: Nieuw Nederlands, buur, docent.
Tijd:  15 min.
Uitkomst: Geoefend rijm
Klaar?
Ben je klaar lezen in je leesboek of huiswerk 
timer
15:00

Slide 14 - Slide

Zelf oefenen 1vhtb
Cursus 7 Spelling §4
Wat:  Maak van §4 opdracht 1 t/m 3 p. 251.
Hoe:  Individueel 
Hulp: Nieuw Nederlands, buur, docent.
Tijd:  15 min.
Uitkomst: Geoefend met spellingswijze meervouden.
Klaar?
Ben je klaar lezen in je leesboek of huiswerk 
timer
15:00

Slide 15 - Slide

LESDOELEN:

Ik kan/weet...

- verkleinwoorden spellen ook van woorden die eindigen op een klinker

Slide 16 - Slide

Fijne dag!
Ruim rustig op en blijf rustig zitten tot de bel gaat.

Slide 17 - Slide

Hallo 1vhtb
Pak je spullen alvast (boek/Nieuw Nederlands/pen+schrift) en je leesboek
  • Wat gaan we doen vandaag?
  • Lezen (10 min)
  • Wat weet je nog?
  • Uitleg §4
  • Opdrachten maken §4
timer
10:00

Slide 18 - Slide