11 januari 22 dictee, woordenschat, spreken + zinnen afmaken

• NT2
• MBO
• Studiejaar 4

Welkom allemaal!

Maak een zin bij de afbeelding

Maak een zin bij de afbeelding

Dictee 

Schrijf (typ) de zinnen op die je hoort

1. Schrijf de zin op

2. Schrijf de zin op

3. Schrijf de zin op

4. Schrijf de zin op

5. Schrijf de zin op

6. Schrijf de zin op

7. Schrijf de zin op

8. Schrijf de zin op

9. Schrijf de zin op

10. Schrijf de zin op

Wat betekent:
''Van nature''

1. Aangeboren
2. Optimistisch
3. Origineel
4. Natuur (buiten)

Wat betekent:
''Neigen / de neiging''

1. Sneeuwen
2. Suggestie
3. Beschuldigen
4. Er iets voor voelen

Wat betekent:
''redelijk''

1. Eerlijk
2. Aannemelijk
3. Acceptabel
4. Oneerlijk

Wat betekent:
''beledigen"

1. Bijvoegen
2. Pijn lijden
3. Kwetsen
4. Overlijden

Wat betekent:
''Suggereren / de suggestie''

1. Idee
2. Storen
3. Vervelend gedrag vertonen
4. Keurig zijn

Wat betekent:
''Keurig''

1. Leuk
2. Lief
3. Eerlijk
4. Zeer goed

Wat betekent:
''beweren / de bewering''

1. Suggestie
2. Betogen
3. Verklaren
4. Keurig

Wat betekent:
''gaaf''

1. Lief
2. Cool
3. Dom
4. Saai

Wat betekent:
''toegeven''

1. Aangeven
2. Betalen
3. Erkennen
4. Waarheid

Maken:

Spreken

Kletspot

Wat is, tot nu toe, de grootste verrassing van je leven geweest?

Zou jouw REAL LIFE SOAP veel bekeken worden?

1. Zeker
2. Nee, mijn leven is niet zo interessant

Wat staat er in jouw laatst ontvangen appje?

Wat is de mooiste plek waar je ooit wakker bent geworden?

Bewaar jij altijd het lekkerste voor het laatst?

1. Ja
2. Nee

Dilemma:
Liever €50 per dag extra verdienen
OF 2 uur per dag minder werken met het behoud van je salaris

1. €50
2. 2 uur

Heb jij vaak een vooroordeel?

1. Ja
2. Nee

Noem DRIE dingen waar je goed in bent.

Waar kun je vreselijk om lachen?

Dilemma
Wonen op de 18e verdieping van een flat zonder lift
OF wonen in een kelder zonder daglicht en stroom

1. 18e verdieping
2. Kelder

Hoe anders ziet je leven er over 10 jaar uit?

Wat zou je volgende week willen leren? Denk bijvoorbeeld aan grammatica