Werkwoorden 1

Lopen: Ik ........... (tt) naar het sportveld
A
liep
B
loop
C
loopte
D
lop
1 / 14
next
Slide 1: Quiz
SpellingBasisschoolGroep 8

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Lopen: Ik ........... (tt) naar het sportveld
A
liep
B
loop
C
loopte
D
lop

Slide 1 - Quiz

Buigen: Wij ........ (vt) voor de koning.
A
buigen
B
boog
C
bogen
D
buigden

Slide 2 - Quiz

Dragen: De kinderen ........ (tt) hun nieuwe kleren.
A
draagt
B
droegen
C
dragen
D
droeg

Slide 3 - Quiz

Werpen: De atleet ........ (vt) de speer 100 meter ver weg.
A
werpt
B
werpte
C
wierp
D
werptte

Slide 4 - Quiz

Krijgen: Wij ........ (tt) nieuwe buren volgende week.
A
krijgen
B
kregen
C
kreegen
D
krijgt

Slide 5 - Quiz

Vliegen: Arwoud ........ (vt) met zijn vliegende paard naar een ver land.
A
vliegt
B
vloog
C
vliegde
D
vlog

Slide 6 - Quiz

Zingen: de mannen ........ (tt) een lied voor Queennie.
A
zongen
B
zingen
C
zong
D
zingen

Slide 7 - Quiz

Spreken: Lina ....... (vt) enthousiast over de kerstvakantie.
A
sprak
B
spraak
C
spreekt
D
spreekte

Slide 8 - Quiz

Zwemmen: De leerlingen van het Skûtsje ........ (tt) in de IJssel.
A
zwommen
B
zwemden
C
zwemt
D
zwemmen

Slide 9 - Quiz

Vallen: Yulan ........ (vt) elke dag van de schommel op het schoolplein.
A
valt
B
vielt
C
viel
D
vielde

Slide 10 - Quiz

Vragen: Je ........ (tt) alles aan de juf, dan heb je alles goed.
A
vragen
B
vroeg
C
vraag
D
vraagt

Slide 11 - Quiz

Verzinnen: Sonja ....... (vt) het hele verhaal zelf in de les.
A
verzint
B
verzinde
C
verzon
D
verzind

Slide 12 - Quiz

Nemen: ........ (vt) jij alle snoepjes mee uit de trommel.
A
neem
B
nam
C
neemde
D
neemt

Slide 13 - Quiz

Liegen: De mannen ........ (vt) over hun leeftijd tegen de
A
liegen
B
loogden
C
liegden
D
logen

Slide 14 - Quiz