What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Inkopen/verkopen op rekening
Inkopen/verkopen op rekening
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
90 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Inkopen/verkopen op rekening
Slide 1 - Slide
Doelen
1. Je kunt de waarde van de contante verkopen en verkopen op rekening berekenen.
2. Je kunt de waarde van de contante inkopen en inkopen op rekening berekenen
3. Je kunt de verandering van de waarde van de voorraad berekenen.
Slide 2 - Slide
Piet koopt goederen bij Kees, Piet betaald hier een maand later voor.
Wat is Piet nu?
A
Crediteur
B
Debiteur
Slide 3 - Quiz
Piet koopt goederen bij Kees, Piet betaald hier een maand later voor.
Wat verleend Kees aan Piet?
A
Afnemerskrediet
B
Leverancierskrediet
Slide 4 - Quiz
Welke maanden bepalen de waarde
van de ontvangsten van
debiteuren in het vierde kwartaal
A
Augustus tm oktober
B
September tm november
C
Oktober tm december
Slide 5 - Quiz
Geef het bedrag en maand van de:
1. ontvangsten
2. opbrengsten
A
Ontvangsten juli 100 Opbrengsten juli 100
B
Ontvangsten juli 100 Opbrengsten aug. 100
C
Ontvangsten juli 100 Opbrengsten aug. 121
D
Ontvangsten aug. 121 Opbrengsten juli 100
Slide 6 - Quiz
Welke posten veranderen op
de balans van de verkopende
partij?
A
Debiteuren, voorraad, eigen vermogen
B
Crediteuren, voorraad, eigen vermogen
C
Bank, voorraad, crediteuren
D
Te betalen btw, debiteuren, eigen vermogen
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Bereken het bedrag dat in het
derde kwartaal aan
leveranciers wordt betaald
A
30.250 +36.300 + 42.350 = € 108.900
B
36.300 + 42.350 + 24.200 = € 102.850
C
42.350 + 24.200 + 30.250 = € 96.800
D
Slide 9 - Quiz
A
36.300 + 42.350 = €78.650
B
(36.300 + 42.350) / 1,21 = € 65.000
C
42.350 + 24.200 = € 66.550
D
(42.350 + 24.200) / 1,21 = €55.000
Slide 10 - Quiz
Welke maanden bepalen het bedrag
dat in het vierde kwartaal aan leveranciers
wordt betaald.
A
augustus tm oktober
B
september tm november
C
oktober tm december
Slide 11 - Quiz
Maken opdracht
Inkopen en verkopen op rekening
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
We laten de btw buiten beschouwing.
Een ondernemer koopt goederen in voor € 350.000,-.
Zij verkoopt de helft van deze goederen voor € 612.500,-.
1. Bepaal de waarde van de inkopen.
2. Bereken de inkoopwaarde van de omzet.
A
350.000 + 175.000 = 525.000
B
350.000 + 306.250 = 656. 250
C
350.000 + 612.500 = 962.500
D
350.000
Slide 14 - Quiz
Bereken de waarde van de
inkopen in 2021.
A
120.000
B
84.000
C
86.000
D
2.000
Slide 15 - Quiz
Maken opdracht
1. De voorraad (verplicht klaar einde les)
2. Lieko
3. Trapo
Slide 16 - Slide
More lessons like this
Les 2 4H Beco Inkopen en verkopen op rekening
May 2022
- Lesson with
23 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
3.2 Herhalingsles EZ Inkopen en verkopen havo5
August 2024
- Lesson with
37 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Lessenreeks les 1
June 2022
- Lesson with
17 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Lessenreeks les 2
June 2021
- Lesson with
18 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting
September 2024
- Lesson with
20 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
hoofdstuk 29
November 2022
- Lesson with
40 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Liquiditeitsbegroting
January 2022
- Lesson with
10 slides
Bedrijfseconomie
MBO
Studiejaar 3
Exploitatie begroting
January 2022
- Lesson with
10 slides
Bedrijfseconomie
MBO
Studiejaar 3