§3.2 Wie is de baas?

§3.2 Wie is de baas?
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

§3.2 Wie is de baas?

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  1. Je weet wat het verschil is tussen een werkgever en een werknemer.
  2. Je weet wat een arbeidsovereenkomst en wat een proeftijd is.
  3. Je kunt het verschil tussen een vaste baan en een tijdelijke baan uitleggen.
  4. Je hebt paragraaf 3.2 goed begrepen.

Slide 2 - Slide

Leerdoel 1:
Je weet wat het verschil is tussen een werkgever en een werknemer.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Contract
  • Wat zijn jouw taken
  • Wat is jouw functie
  • Wat zijn de werktijden
  • Hoeveel dagen heb je vakantie
  • .....
  • .....

Slide 5 - Slide

Loondienst/zelfstandigen
In loondienst, dan werk je voor een baas en krijg je loon/salaris.

Heb je een eigen bedrijf dan leef je van de winst. Geen opdrachten? Dan ook geen winst en dus inkomen.

ZZP = Zelfstandigen Zonder Personeel.

Slide 6 - Slide

Leerdoel 2:
Je weet wat een arbeidsovereenkomst en wat een proeftijd is.

Slide 7 - Slide

Contract of arbeidsovereenkomst
Overeenkomst tussen jou en je baas. Hierin staan:
  • Wat zijn jouw taken
  • Wat is jouw functie
  • Wat zijn de werktijden
  • Hoeveel dagen heb je vakantie
  • .....
  • .....
  • Proeftijd

Slide 8 - Slide

Proeftijd
Jijzelf maar ook de baas kan in deze periode bekijken of dit werk iets voor jou is.
Bevalt het niet dan mag je per direct het arbeidsovereenkomst beëindigen.

Een proeftijd is nooit langer dan 2 maanden.

Slide 9 - Slide

Leerdoel 3:
Je kunt het verschil tussen een vaste baan en een tijdelijke baan uitleggen.

Slide 10 - Slide

Vaste baan

  • Een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. 
  • Er is geen einddatum afgesproken.
  • Je kan doorwerken tot aan de pensioendatum.
Tijdelijke baan

  • Er is een einddatum waarop de arbeidsovereenkomst eindigt.
  • Tot een afgesproken datum.

Slide 11 - Slide

Flexibel werk
  • Je werkt alleen op het moment dat het nodig is.
  • Werken op oproep.
  • Via een uitzendbureau.

Slide 12 - Slide

Leerdoelen
  1. Je weet wat het verschil is tussen een werkgever en een werknemer.
  2. Je weet wat een arbeidsovereenkomst en wat een proeftijd is.
  3. Je kunt het verschil tussen een vaste baan en een tijdelijke baan uitleggen.
  4. Je hebt paragraaf 3.2 goed begrepen.

Slide 13 - Slide