Genitive - 's

Genitive
1 / 35
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Genitive

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

GENITIVE
(bezitsvorm)

Slide 3 - Slide

Genitive (bezitsvorm)

iets is van iemand (personen & dieren)

Tims fiets.
De kats snorharen.
Het schapenwol.
 vaste s in Nederlands

Slide 4 - Slide

Genitive (bezitsvorm)

personen en dieren in enkelvoud & meervoud (niet eindigend op -s)

Tims fiets. - Tim's bike.
De kats snorharen. - The cat's whiskers.
Het schapenwol. - The sheep's wool.

's

Slide 5 - Slide

Genitive (bezitsvorm)


personen en dieren in meervoud
die op -s eindigen

Mijn ouders huis. - My parents' house.
Het feest van zijn broers. - His brothers' party.
'

Slide 6 - Slide

Genitive (bezitsvorm)

dingen of geografische namen
iets is van iets

Het dak van het huis. - The roof of the house.
De haven van Calais. - The harbour of Calais.
De Deurnese molen. - The mill of Deurne.
of

Slide 7 - Slide

Jill is my ......(ev) friend.
A
sister's
B
sisters
C
sisters'

Slide 8 - Quiz

Which is correct?
A
The name of the ship
B
The ship's name

Slide 9 - Quiz

These are our ...... (mv) cats.
A
friend's
B
friends'
C
friends

Slide 10 - Quiz

Which is correct?
A
England's capital
B
The capital of England

Slide 11 - Quiz

...... whiskers.
A
Tobias'
B
Tobias's

Slide 12 - Quiz

An ...... (ev) ear is very big.
A
elephants
B
elephant's
C
elephants'

Slide 13 - Quiz

Let's meet at ...... for lunch. (Giovanni)
A
Giovannis
B
Giovannis'
C
Giovanni's

Slide 14 - Quiz

Where is the ...... shower?
A
ladies
B
ladies'
C
ladies's

Slide 15 - Quiz

The ...... toilet.
A
men's
B
mens
C
mens'

Slide 16 - Quiz

Which is correct?
A
The road's king.
B
King of the road.

Slide 17 - Quiz

The ...... eye.
A
tigers'
B
tigers
C
tiger's

Slide 18 - Quiz

Which is correct?
A
The car's wheel.
B
The wheel of the car.

Slide 19 - Quiz

Which is correct?
A
The capital of United Kingdom.
B
The United Kingdom's capital.

Slide 20 - Quiz

The ...... (mv) necks are long.
A
giraffes
B
giraffe's
C
giraffes'

Slide 21 - Quiz

Which is correct?
A
The window of the room
B
The room's window

Slide 22 - Quiz

The ...... bedroom is upstairs.
A
childrens
B
children's
C
childrens'

Slide 23 - Quiz

Which is correct?
A
The coat's zipper
B
The zipper of the coat.

Slide 24 - Quiz

Prince ...... crown.
A
Charles's
B
Charles'

Slide 25 - Quiz

The ...... ear.
A
rabbit's
B
rabbits
C
rabbits'

Slide 26 - Quiz

Which is correct?
A
The country's flag.
B
The flag of the country.

Slide 27 - Quiz

The ...... dogs.
A
queens
B
queens'
C
queen's

Slide 28 - Quiz

timer
1:00
Maak zelf een kort zinnetje met 's
(gebruik je eigen naam)

Slide 29 - Mind map

timer
1:00
Maak zelf een kort zinnetje met '

Slide 30 - Mind map

Ik weet wanneer ik de 's gebruiken
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 31 - Quiz

SAMENVATTING

's = bezit
's = iets is van één persoon / dier (enkelvoud)
Eline's jacket

' = bezit en eindigt op s
' = iets is van personen / dieren (meervoud of eindigt op s)
the boys' car
Rens' bike


of = bezit
of = iets is van dingen / geografische namen
the wheels of the car
the schools of Deurne

Slide 32 - Slide

Ik weet wanneer de s' moet gebruiken
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 33 - Quiz

Ik weet wanneer ik 's / ' / of moet gebruiken
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 34 - Quiz

Om mezelf te verbeteren heb ik nodig:
A
klassikale uitleg
B
persoonlijke uitleg
C
oefenen op papier
D
oefenen op computer

Slide 35 - Quiz