2B 5.2

• nask
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

5.1 gemaakt en nagekeken

Aan het einde van de les weten jullie wat chromosomen en genen zijn en waar ze uit opgebouwd zijn.

1. Uitleg moeilijke woorden

Biologie

7 juni

2. Maken 5.2

Lessonup

Bs. 2 maken

Aan de slag met de lesstof

Open blz 12 in het tekstboek

Open blz. 11 uit het werkboek

1. maken opdracht 6 tot en met 9

Moeilijke woorden

Gen: Een plek op een chromosoom met een bepaalde eigenschap

Genenpaar: de 2 eigenschappen samen (dus van moeder en vader samen)

Geslachtscellen: Eicellen en zaadcellen

Enkelvoudig: 1x een allel

Moeilijke woorden

Celdeling: om van 1 cel 2 cellen te maken

Moedercel: De eerste cel die gaat delen

Dochtercel: de 2 overgebleven cellen

Eiwit: Bouwsteen in ons lichaam

Bruin haar verven

1. Genotype
2. Fenotype

Wat verander je?
Piercing

1. Fenotype
2. Genotype

Het genotype komt tot stand wanneer:

1. je wordt geboren
2. er bevruchting is geweest

Hoeveel chromosomen heeft een mens?
( We gaan uit van gezonde organismen)

Wat is celdeling?

Lastige vragen

Regels: 

1. Ik zet de vraag op het bord.

2. Jij leest de vraag en bedenkt voor jezelf een antwoord (je mag het opschrijven)

3. Na 10 seconden kies ik iemand uit die het antwoord mag geven

Lastige vragen

Hoeveel chromosomen zitten er in een eicel van een mens?

Lastige vragen

Een cel is gedeeld in 2 andere cellen, waar is die eerste cel heen?