Choreograaf Mohamed Yusuf Boss ontrafelt in een multimediale dansvoorstelling het gefragmenteerde zelf (the fractured self). Vanuit de overtuiging dat je geschiedenis niet iets is wat achter je ligt, maar in je is opgeslagen, verkent hij zijn bi-culturele achtergrond. Mohamed keert terug naar de Somalische gemeenschap waar hij is opgegroeid. Daar gaat hij in gesprek met de oudere en de jongere generatie en met zijn moeder, die de brug is naar de achtergebleven familie in Somalië. Het opnieuw ontmoeten met elkaar levert het materiaal op voor het maken van de voorstelling.
In een dansvoorstelling waarin hiphop en de traditionele Somalische dans Djandheer worden verenigd, brengt Mohamed het verlangen om een heel mens te zijn tot uitdrukking. Daar waar in KÓW de vraag ‘hoe verhoud je je tot je omgeving’ centraal stond en in AFAR ‘hoe verhoud je je tot de ander’ gaat het in LÍX over de vraag ‘hoe verhoud je je tot jezelf’. Met LÍX brengt X_YUSUF_BOSS een ode aan de mens die zich niet altijd heel voelt, maar wel degelijk heel is.