HIN - 1BKA Cursus 7 Spelling Hoofdletters

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Slide

Welkom bij het vak Nederlands
  • Telefoon in de tas
  • We gaan direct op onze eigen plek zitten
  • Niet naar de wc tijdens de les, alleen bij hoge nood
  • Stil is ook stil.  Steek je hand wanneer je wat wilt vragen
  • Zitten volgens plattegrond (mits aanwezig) 
  • Luisteren naar elkaar als iemand anders aan het woord is 
  • Luisteren naar de docent als de docent aan het woord is



Slide 2 - Slide

Hoe gaat het? 

Slide 3 - Slide

Welkom
Pak je iPad, boek op blz 214/222 (bk/kgt), 
 je schrift of een blaadje
en je pen.

Log in op deze LessonUp.   
timer
3:00

Slide 4 - Slide

 Mededelingen en programma
  • Interviewverslag wordt voor volgende week vrijdag nagekeken. Eerder mogelijk.
  • Vrijdag toets zakelijke e-mail. 
  • Vandaag gemaakte e-mail tijdens invalles bespreken.  
  • Vandaag starten we met nieuw onderdeel: Spelling, daarover krijg je aan het einde een toets. 
  • Onvoldoende? Dan Maatwerk Spelling. 

Slide 5 - Slide

Welkom 1BKA
Wat gaan we vandaag doen?
welkom                                     5 min
quiz hoofdletters                    5 min
opdrachten maken               15 min
je huiswerk nakijken            10 min
Kahoot over lesstof               10 min










Wat is het lesdoel?
Na deze les kan ik hoofdletters op de juiste manier gebruiken. 

Slide 6 - Slide

Spelling
Paragraaf 1: Hoofdletters

Slide 7 - Slide

Lesdoelen
  • Je leert hoofdletters op de juiste manier gebruiken. 
  • Je oefent met het gebruiken van hoofdletters. 
  • Je werkt aan je persoonlijke leerdoelen. 
  • Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Even checken...

Slide 10 - Slide

Hoofdletters.
Wanneer gebruik je geen hoofdletter?
A
aan het begin van de zin
B
bij namen van mensen, gebouwen en merken
C
bij namen van straten, rivieren en landen
D
na een dubbele punt (als er een opsomming volgt)

Slide 11 - Quiz

Met of zonder hoofdletter?
A
December
B
december

Slide 12 - Quiz

1. Hoofdletters:
waar staan de hoofdletters goed?
A
Ik ken stef Van leeuwen.
B
Ik ken Stef van Leeuwen.
C
ik ken stef van Leeuwen.
D
ik ken Stef Van leeuwen.

Slide 13 - Quiz

Met of zonder hoofdletters?
A
Gucci
B
gucci

Slide 14 - Quiz

Wat moet met een hoofdletter?
A
maandag
B
maart
C
morgen
D
mark

Slide 15 - Quiz

Hoofdletters en leestekens

Wanneer gebruik je geen hoofdletter?
A
aan het begin van de zin
B
bij namen
C
namen van dagen, maanden, seizoenen en windstreken
D
bij woorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid

Slide 16 - Quiz

Met of zonder hoofdletter?
A
Auto
B
auto

Slide 17 - Quiz

Hoofdletters
Waar staan de hoofdletters goed?
A
dhr. van Leeuwen
B
Stef van Leeuwen
C
stef van Leeuwen
D
Stef Van leeuwen

Slide 18 - Quiz

Maak een zin waarin minstens twee hoofdletters voorkomen.

Slide 19 - Open question

Je gebruikt hoofdletters om een tekst leesbaar te maken.
Je gebruikt hoofdletters:
. aan het begin van elke zin
. bij namen
. bij woorden die van namen afgeleid zijn

Slide 20 - Slide

Sommige namen hebben tussenvoegsels
. Het eerste tussenvoegsel krijgt een hoofdletter als je geen voornaam of voorletter gebruikt.
Daniëlle van der Vaart
mevrouw D. van der Vaart
mevrouw Van der Vaart

Slide 21 - Slide

Aan de slag
  • Basis:  opdracht 4 op blz. 214-215
  • Kader: opdracht 5, 6 en 7 op  blz. 222-223

In stilte en alleen. Heb je een vraag? Steek je vinger op en wacht tot ik bij je kom. 
Als je eerder klaar bent, kijk je je gemaakte opdrachten na. Die staan bij de les van morgen (vrijdag) als bijlage op Magister. 
timer
15:00

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Evaluatie 
  1. wat ging er goed en wat minder?
  2. is het leerdoel helder?
  3.  weet je wat je moet doen?
  4. heb je vragen en of opmerkingen?




Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Lesdoelen
  • Je leert hoofdletters op de juiste manier gebruiken. 
  • Je oefent met het gebruiken van hoofdletters. 
  • Je werkt aan je persoonlijke leerdoelen. 
  • Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord.

Slide 26 - Slide