Gedrag en attitude in het verkeer

• WO
• Lager onderwijs

Gedrag en attitude in het verkeer

Ik steek altijd mijn arm uit al ik met de fiets afsla.

Ik stop altijd aan een rood licht, zelfs als er geen auto aankomt.

Ik ga zo ver mogelijk van de sporen staan als ik op de trein sta te wachten.

Ik laat eerst de mensen uit de trein of bus stappen voor ik instap.

Ik fiets nooit op het voetpad, maar altijd op het fietspad of de rijbaan.

Ik steek als voetganger altijd over op een zebrapad als er een in de buurt is, zelfs al moet ik dan een beetje verder stappen.

Ik stap altijd van mijn fiets voor ik oversteek op een zebrapad.

Ik kijk altijd goed rondom mij voor ik met mijn fiets de straat oversteek en steek niet zomaar over als ik geen auto hoor naderen.

Ik steek nooit een spoorweg over als de slagbomen naar beneden gaan of al naar beneden zijn.

Ik geef voorrang als ik er niet zeker van ben dat de andere bestuurder mij gezien heeft.

Verkeerssituaties

Je maakt een fietstocht met mama en papa. Je fietst voorbij het marktplein, het is druk en er lopen veel mensen rond. Wat kan je het best doen?

Je zit op een overvolle bus en er stapt een oudere man op die slecht te been is. Wat kan je het best doen?

Je moet aan de overkant van de straat geraken want daar is de brievenbus waar je een brief moet posten. Er staat echter een auto op het zebrapad. Wat kan je het best doen?

1. Ik steek over op de rijbaan, voor de auto.
2. Ik roep naar de chauffeur dat hij daar weg moet.
3. Ik wacht even tot de chauffeur weg is en steek dan over.

Je bent te laat naar school vertrokken. Je bent aan het fietsen en het licht springt op oranje. Wat moet je doen?

Je wandelt met een groepje vrienden naar school. Er is geen voetpad, wel een fietspad. Waar moet je stappen?

Je fietst rechts op de rijbaan en ziet voor je een auto geparkeerd staan. Je moet er langs links voorbij op de rijbaan. Wat kan je het best doen?

1. Ik steek mijn linkerarm uit en rij hem voorbij.
2. Ik kijk over mijn linkerschouder, steek mijn linkerarm uit en rij hem voorbij als er geen auto aankomt.
3. Ik bel, kijk over mijn linkerschouder en rij dan de auto voorbij.

Je rijdt op het fietspad en nadert voetgangers die heel het fietspad versperren. Wat kan je het best doen?

Je komt met de fiets aan een zebrapad waar een gemachtigd opzichter helpt bij het oversteken. Je wil zelf ook oversteken. Wat kan je het best doen?

1. Ik fiets gewoon over als ik vind dat dat veilig kan.
2. Ik fiets over als de gemachtigde opzichter een teken geeft.
3. Ik stap af en steek over met de fiets aan de hand als de gemachtigde opzichter een teken geeft.

Oefenvragen

Classroom > verkeer > oefenvragen