4T - Lesson 3

What are we going to do today?
- Exam words 
- Continue exam 2023 tv 2
- NO PHONE + NO MUSIC 


Lesson goal: you know how to answer exam questions regarding a text you've just read. 
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

What are we going to do today?
- Exam words 
- Continue exam 2023 tv 2
- NO PHONE + NO MUSIC 


Lesson goal: you know how to answer exam questions regarding a text you've just read. 

Slide 1 - Slide

to doubt
A
twijfelen
B
ziekte
C
wagelijk
D
verschil

Slide 2 - Quiz

to enclose
A
leeg
B
in staat stellen
C
insluiten, bijsluiten
D
benijden

Slide 3 - Quiz

to exaggerate
A
onderzoeken
B
overdrijven
C
inschrijving
D
bewijs

Slide 4 - Quiz

to economize
A
bezuinigen
B
verdienen
C
afstand
D
afleiden

Slide 5 - Quiz

to consist of
A
bestaan uit
B
diploma
C
kraag
D
instorten

Slide 6 - Quiz

to dial
A
dagboek
B
verschil
C
beschadigen
D
draaien

Slide 7 - Quiz

to humiliate
A
gastheer
B
vernederen
C
onafhankelijk
D
pauze

Slide 8 - Quiz

mankind
A
de mensheid
B
bijhouden
C
nier
D
geest

Slide 9 - Quiz

greedy
A
begrafenis
B
vroegere
C
hebberig
D
huisarts

Slide 10 - Quiz

to be in favour of
A
voor iets zijn
B
vluchten
C
zich concertreren
D
dwingen

Slide 11 - Quiz

moreover
A
leiden
B
toenemen
C
verzekeren
D
bovendien

Slide 12 - Quiz

to negotiate
A
verwaarlozen
B
onderhandelen
C
gebrek aan
D
vergunning

Slide 13 - Quiz

to long for
A
zorgen voor
B
uitkijken naar
C
verlangen
D
vet-arm

Slide 14 - Quiz

interval
A
pauze
B
uitnodigen
C
onverschillig
D
kennis

Slide 15 - Quiz

ought to
A
verpleegster
B
af en toe
C
zou moeten
D
overwinnen

Slide 16 - Quiz

a nuisance
A
iets vervelends
B
weeskind
C
inhalen
D
pijnlijk

Slide 17 - Quiz

to quarrel
A
politicus
B
het verleden
C
voorspellen
D
ruzie maken

Slide 18 - Quiz

prejudice
A
deelnemen
B
gevangenis
C
winst
D
vooroordeel

Slide 19 - Quiz

to obey
A
voorwerp
B
gehoorzamen
C
gebeuren
D
beroep

Slide 20 - Quiz

to regard as
A
beshouwen als
B
familie lid
C
scheidsrechter
D
spitsuur

Slide 21 - Quiz

reluctantly
A
vereiste
B
opmerkelijk
C
vertrouwen op
D
met tegenzin

Slide 22 - Quiz

to seize
A
pakken, grijpen
B
stukslaan
C
opofferen
D
bedroefd

Slide 23 - Quiz

to reveal
A
onthullen
B
voorstellen
C
repareren
D
vervangen

Slide 24 - Quiz

verdict
A
vonnis
B
slachtoffer
C
doel
D
beven

Slide 25 - Quiz

to wander
A
nat
B
welzijn
C
dragen
D
zwerven

Slide 26 - Quiz

Let's do!
Let's do at least text 4/5 today. 

No phone and no music! Make sure you work as concentrated as you can. If you are finished continue to text 6 etc. 

You can use a E-N dictionary

Slide 27 - Slide