2.2 Het kiesrecht breidt zich uit: 1848-1887

We beginnen met het herhalen van de leerlingen van de vorige les
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Middelbare school

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

We beginnen met het herhalen van de leerlingen van de vorige les

Slide 1 - Slide

Herhalen 2.1
*Je kan uitleggen waarom er nog geen echte democratie was in 1848
*Je kan vertellen wat het censuskiesrecht is
*Je kan vertellen wat het districtenstelsel is en tot wanneer dit in Nederland was
*Je kan uitleggen waarom het districtenstelsel nadelig is voor kleine partijen

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 2.2
Je kan vertellen welke drie stromingen er waren in de politiek
Je kan vertellen uit welke twee groepen de confessionelen bestaan
Je kan van elke stroming een politieke partij en persoon noemen
Je kan uitleggen wat het caoutchouc-artikel is en waarom dit zorgde voor een versoepeling van het kiesrecht.

Slide 3 - Slide

2.2 Het kiesrecht breidt zich uit 1848-1887

Slide 4 - Slide

Leerdoelen 2.2
Je kan vertellen welke drie stromingen er waren in de politiek
Je kan vertellen uit welke twee groepen de confessionelen bestaan
Je kan van elke stroming een politieke partij en persoon noemen
Je kan uitleggen wat het caoutchouc-artikel is en waarom dit zorgde voor een versoepeling van het kiesrecht.

Slide 5 - Slide

Politieke stromingen
  1. Liberalen
  2. Confessionelen 
    Protestanten & Katholieken
  3. Socialisten

Slide 6 - Slide

Protestanten
  • 1879: A.R.P: Kuyper

  • "kleine luyden" : boeren, arbeiders, kleine winkeliers


  • Doel: kiesrecht voor het mannelijke hoofd van het gezin

Slide 7 - Slide

Liberalen

  • 1885: Liberale Unie
  • Economie helemaal vrij laten
  • Sociale wetten kosten teveel geld
  • "hogere burgerij": advocaten, dokters, rijke handelaren
  • Rechts in de politiek

Slide 8 - Slide

Socialisten
  • 1894: S.D.A.P.
  • Troelstra
  • Overheid moet er alles aan doen om arbeiders te beschermen
  • Betere arbeidersomstandigheden (o.a. meer loon)
  • Iedereen is gelijkwaardig
  • Om dit te bereiken: strijd voor algemeen kiesrecht
  • Links in de politiek

Slide 9 - Slide

Katholieken
  • Protestant was officieel geloof in Nederland
  • Katholieken achtergesteld
  • 1926: Schaepman: R.K.S.P.
  • Limburg, Noord-Brabant

Slide 10 - Slide

SDAP (Sociaal Democratische Arbeiders Partij)
ARP (Anti-Revolutionaire Partij)

Slide 11 - Slide

RKSP (Rooms-Katholieke Staatspartij)
Vrijheidsbond

Slide 12 - Slide

Maarten Luther
De protestantse zuil kun je vaak herkennen aan het gebruik van namen van personen die (in de geschiedenis) belangrijk voor de protestantse kerk waren.
Christelijke Werklieden Vereeniging
De protestantse zuil gebruikt vrijwel altijd de termen: Christelijk of Protestants-Christelijk
Stoere arbeider
De arbeider wordt hier 'stoer' afgebeeld: gespierd met opgestroopte mouwen.
Klok
De klok is het symbool van zowel een nieuwe dag, als het oproepen om gehoor te geven aan de oproep van de arbeiders beweging.
Opkomende zon
Dit is het teken van een nieuwe dag: een nieuw en positief begin.

Slide 13 - Slide

Schaepman is een?
A
Confessioneel
B
Liberaal
C
Socialist

Slide 14 - Quiz

Abraham Kuyper is een?
A
Confessioneel
B
Liberaal
C
Socialist

Slide 15 - Quiz

Deze man is een:
A
Confessionele
B
Liberale
C
Socialistische

Slide 16 - Quiz

Deze groep is vooral rechts georiënteerd
A
Confessionele
B
Liberale
C
Socialistische

Slide 17 - Quiz

Deze groep is vooral links georiënteerd:
A
Confessionele
B
Liberale
C
Socialistische

Slide 18 - Quiz

SDAP is een ... partij
A
Confessionele
B
Liberale
C
Socialistische

Slide 19 - Quiz

Caoutchouc-artikel
  • Vanaf 1887 komt er een verandering in het kiezen. Alle mannen die "geschikt" waren mochten nu ook stemmen.
  • De eisen worden steeds verder verlaagd.....

Slide 20 - Slide

Caoutchouc artikel heeft als gevolg dat:
A
Iedereen mag stemmen
B
Alle mannen mogen stemmen
C
Steeds meer mannen mogen stemmen
D
Er rubber ingevoerd wordt vanuit Indie

Slide 21 - Quiz

Nu:
Maken de opdrachten van 2.2

Slide 22 - Slide