Les 5: Culturen NL

3.6 De Nederlandse cultuur
1 / 38
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

3.6 De Nederlandse cultuur

Slide 1 - Slide

Wat hoort bij de Nederlandse cultuur?

Slide 2 - Mind map

De Nederlandse cultuur

Wat hoort er bij de Nederlandse  cultuur?

Slide 3 - Slide

Cultuur

'de manier waarop een groep mensen leeft'

Meerdere volken in 1 land? Dan zijn er vaak meerdere culturen.

Slide 4 - Slide

Cultuurelementen
'kernmerken waaraan je een cultuur kunt herkennen'

taal
godsdienst
gewoonten

Slide 5 - Slide

Hoort bij de Nederlandse cultuur
Hoort niet bij de Nederlandse cultuur

Slide 6 - Drag question

Bij de Nederlandse cultuur hoort:

1 De Nederlandse taal (ABN)
2 Christendom
3 Nederlandse gewoontes

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Binnen Nederland zijn er regionale verschillen
Dat zijn verschillen tussen gebieden binnen een land

Slide 9 - Slide

Regionale verschillen
1 In plaats van ABN worden verschillende dialecten gesproken
2 Katholieken woonden in het zuiden, protestanten in het noorden
3 Er zijn verschillen in de gewoontes: bv. het zuiden viert Carnaval en het noorden niet

Slide 10 - Slide

Door cultuurvermenging in NL
worden de regionale verschillen  steeds kleiner
=
Nl wordt steeds meer een culturele eenheid

Slide 11 - Slide

Nederland hoort bij het Westerse cultuurgebied. Welk geloof hoort hier bij?
A
islam
B
hindoeïsme
C
christendom
D
shintoïsme

Slide 12 - Quiz

In Nederland zijn er regionale verschillen. Wat wordt hiermee bedoeld?
A
Dit zijn verschillen tussen landen binnen Europa
B
Dit zijn verschillen tussen gebieden binnen een land
C
Dit zijn tussen Nederland en Duitsland
D
Dit zijn verschillen tussen de provincies

Slide 13 - Quiz

Vroeger hadden we in Nederland 2 godsdiensten die het Noorden en Zuiden van Nederland verdeelde. Welke twee?
A
protestants, islamitisch
B
katholiek, islamitisch
C
islamitisch, hindoeïstisch
D
protestants, katholiek

Slide 14 - Quiz

Nederland had vroeger maar 1 cultuur

De Nederlandse cultuur

Slide 15 - Slide

Tegenwoordig is Nederland een land van vele culturen

Slide 16 - Slide

Multicultureel
Meerdere

culturen

Slide 17 - Slide

Culturen hebben allerlei eigenschappen:
Geloof, eten , muziek, gebruiken, etc.

Slide 18 - Slide

Wanneer allerlei culturen én leeftijden in vrede samenleven in één land heet dat:

Slide 19 - Slide

Pluriforme samenleving

Slide 20 - Slide

Nederland was niet áltijd een pluriforme samenleving

Slide 21 - Slide

Vanaf de jaren 60
Economie

Slide 22 - Slide

Vanaf de jaren 60

Slide 23 - Slide

Gastarbeiders
Tijdelijke werknemers die hier een periode komen werken.

Slide 24 - Slide

Besluiten te blijven
Love this place

Slide 25 - Slide

Opeens héél veel culturen samen in één land

Slide 26 - Slide

Integratie

Slide 27 - Slide

Integreren

Slide 28 - Slide

Integreren
= Je eigen cultuur behouden maar óók die van je nieuwe land aannemen.

Slide 29 - Slide

Segregatie
Je eigen cultuur behouden en géén nieuwe cultuur aannemen.

Slide 30 - Slide

Maatschappelijke segregatie
Wanneer twee groepen of culturen binnen een land zich niet met elkaar mengen of met elkaar omgaan.

Slide 31 - Slide

Ruimtelijke Segregatie
Wanneer twee buurten gescheiden leven

Slide 32 - Slide

Overheid
Wat doet men hier aan?

Slide 33 - Slide

Overheid
Fysieke maatregelen

Sociaal-Economische maatregelen


Slide 34 - Slide

Fysieke maatregelen
Het opknappen/verbeteren van een buurt zodat deze aantrekkelijker wordt.

Slide 35 - Slide

Sociaal-economischemaatregelen
Buurten aanpassen door bijvoorbeeld meer flats in
een villawijk te plaatsen of andersom.

Slide 36 - Slide

Wat betekent pluriforme samenleving
A
Een samenleving met veel gastarbeiders
B
Een samenleving van meerdere culturen en leeftijden
C
Een samenleving met veel sociaal-economische maatregelen
D
Een samenleving met veel segregatie

Slide 37 - Quiz

Vanaf wanneer wordt de Nederlandse samenleving meer multicultureel?
A
Sinds de Gouden eeuw
B
Sinds de Industriële revolutie
C
Sinds de tweede wereldoorlog
D
Sinds de jaren 1960

Slide 38 - Quiz