This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Van oorlog naar oorlog
3. Hoop en wanhoop
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen welke gevolgen de Eerste Wereldoorlog had en wat de oorzaken en gevolgen zijn van de economische crisis.
Slide 3 - Slide
Vredesonderhandelingen
in Parijs
1919
Een wapenstilstand is nog geen vrede. Hierover werd
tussen januari en juni 1919 onderhandeld in Versailles (bij Parijs)
Slide 4 - Slide
Welke landen?
Engeland (Lloyd George)
Frankrijk (Clemenceau)
Verenigde Staten (Wilson)
Italië (Orlando)
Duitsland mocht als verliezer niet meepraten
Rusland, dat zijn bondgenoten in de steek had gelaten, was ook niet uitgenodigd
Slide 5 - Slide
Verdrag van Versailles (1)
Duitsland moet veel grondgebied afstaan (ongeveer 10%)
Duitsland moet kolonies afstaan
Duitsland mag geen leger meer hebben van groter dan 100.000 man
Duitsland moet herstelbetalingen doen aan vnl. Frankrijk
Slide 6 - Slide
Verdrag van Versailles (2)
Duitsland mag geen grote oorlogsschepen meer hebben (bepaald gewicht)
Duitsland mag geen luchtmacht meer hebben
Duitsland moet Polen doorgang geven naar de Oostzee (Poolse Corridor)
Grens tussen Frankrijk en Duitsland wordt gedemilitariseerd (Rijnland).
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Vrede van Versailles
28 juni 1919
Exact 5 jaar na de aanslag op Franz-Ferdinand
door Gavrilo Princip is de oorlog voorbij.
Slide 9 - Slide
Verdrag?! Dictaat!
In Duitsland is grote onvrede en spreekt men
liever van het Dictaat van Versailles
Slide 10 - Slide
Aan de slag
Lees paragraaf 4.3 in je leerboek (blz. 66)
en
maak de opdrachten 1 tot 6 in je werkboek (blz. 130)
Slide 11 - Slide
Gevolgen van de wapenstilstand en de vrede
Oprichting Republiek van Weimar (Eerste democratie in Duitsland)
Veel nieuwe staatjes in Europa (Polen, Joegoslavië).
Verenigde Staten trekken zich terug uit de wereldpolitiek
Slide 12 - Slide
Vóór...
...na
Slide 13 - Slide
Gevolgen
Opkomst van Hitler: hij speelt in op de Duitse onvrede over het Verdrag van Versailles
Uiteindelijk ook de Tweede Wereldoolog, waarbij Hitler er alles aan zou doen om de gevolgen van het Verdrag van Versailles te vernietingen...en daarin ook slaagt.
Slide 14 - Slide
Volkenbond
Een internationale organisatie die nieuwe oorlogen moet voorkomen
Slide 15 - Slide
Duitsland na de Eerste Wereldoorlog (1)
Eerste democratie in Duitsland: Republiek van Weimar (1919)
Verlies van de oorlog komt hard aan, zowel emotioneel als economisch.
De herstelbetalingen zijn niet op te brengen door de regering, en de inflatie is groot.
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Crisis in de wereld
vanaf 1929
Door overproductie van fabrieken, veel kopen op afbetaling en teveel vertrouwen in aandelenhandel, klapt de Amerikaanse economie in elkaar.
Landen die veel met de VS handelen, worden de crisis mee in gesleept...
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Na de Eerste Wereldoorlog verloren veel Duitse burgers het vertrouwen in hun regering. Kies de antwoorden die uitleggen hoe dat komt.
A
De regering had het voor Duitsland vernederende Verdrag van Versailles getekend. Veel Duitse burgers waren daar kwaad om.
B
De regering legde de bevolking erg strenge wetten op. Toen Duitsland nog een keizer had, had de bevolking veel meer vrijheid.
C
De regering had de Republiek van Weimar veroverd. Dat was volgens veel Duitsers onverstandig, omdat het waarschijnlijk tot wraak van de geallieerden zou leiden.
D
De regering nam weinig effectieve maatregelen tegen de economische crisis.
Slide 20 - Quiz
Waarom werd Duitsland extra zwaar getroffen door de wereldwijde economische crisis?
A
Het Dawesplan werd stopgezet.
B
Duitsland had geld uitgeleend aan andere landen om de economie weer op te bouwen.
C
Hitler had enorme schulden gemaakt om het leger weer op te bouwen.
D
De Amerikaanse president had opdracht gegeven om alle Duitse producten uit Amerikaanse winkels te halen.
Slide 21 - Quiz
Een vrouw laat haar kachel branden op papiergeld. Waar en wanneer is deze foto gemaakt?
A
in de Verenigde Staten, kort na de beurskrach van 1929
B
in Duitsland, tussen 1921 en 1924, toen de inflatie extreem hoog was
C
in Italië, kort nadat Mussolini aan de macht kwam.
D
in de Republiek van Weimar, direct nadat de keizer naar Nederland was gevlucht
Slide 22 - Quiz
Aan de slag
Lees paragraaf 4.3 in je leerboek (blz. 66)
en
maak de opdrachten 1 tot 12 in je werkboek (blz. 130)