BKH: Hfst 5_opg5_routine_7-3tm8-3

1 / 17
next
Slide 1: Interactive video with 5 slides
BoekhoudenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 17 min

Items in this lesson

5

Slide 1 - Video

00:16
Wat voor financieel feit is dit?
A
Inkoop
B
Verkoop
C
Betaling
D
Ontvangst

Slide 2 - Quiz

01:22
Op welke rekening boek je iets wat gaat over woonhuis/familie..?
A
Woonhuis/Pand
B
Eigen vermogen
C
Privé
D
Bank

Slide 3 - Quiz

02:47
Als je iets privé's betaald via de zaak, dan noem je dit...?
A
Privéstorting
B
Privéopname
C
Eigen vermogen
D
Verkoop

Slide 4 - Quiz

02:47
Privéopname boek je altijd...?
A
S + C
B
HEV - D
C
S - C
D
HEV + C

Slide 5 - Quiz

04:12
Waar zet je het woordje
AAN altijd neer...?
A
bij betalingen
B
bij creditbedragen
C
bij bank
D
bij debetbedragen

Slide 6 - Quiz

5

Slide 7 - Video

00:12
Wat voor financieel feit is dit?
A
Inkoop
B
Verkoop
C
Betaling
D
Ontvangst

Slide 8 - Quiz

00:30
Welke balansrekening verandert er altijd bij een Inkoop op rekening?
A
Bank
B
Crediteuren
C
Debiteuren
D
Kas

Slide 9 - Quiz

01:21
Bij inkoop op rekening boek je Crediteur altijd...?
A
B + D
B
S - D
C
S + C
D
B - C

Slide 10 - Quiz

01:27
Bij een inkoop op rekening boek je de voorraad goederen altijd ...?
A
B + D
B
S - D
C
S + C
D
B - C

Slide 11 - Quiz

02:28
Waar zet je het woordje
AAN altijd neer...?
A
bij betalingen aan de bank
B
bij creditbedragen
C
bij betalingen aan de kas of de bank
D
bij debetbedragen

Slide 12 - Quiz

4

Slide 13 - Video

00:12
Wat voor financieel feit is dit?
A
Inkoop
B
Verkoop
C
Betaling
D
Ontvangst

Slide 14 - Quiz

02:06
Opbrengst - Inkoopwaarde = hier ?
A
Nettowinst
B
Brutowinst
C
Nettoverlies
D
Brutoverlies

Slide 15 - Quiz

04:41
Hoe boek je een bruto-verlies?
A
S-D
B
HEV - D
C
S + C
D
HEV + C

Slide 16 - Quiz

06:56
Waar zet je het woordje
AAN altijd neer...?
A
alleen bij credit-uitgaven
B
bij creditbedragen
C
alleen bij crediteuren
D
bij debetbedragen

Slide 17 - Quiz