Herhaling grammar

Welcome
Go to LessonUp.app

Today:
Articles 
- Past Simple & Continuous
- Some/Any
1 / 36
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welcome
Go to LessonUp.app

Today:
Articles 
- Past Simple & Continuous
- Some/Any

Slide 1 - Slide

Vul het juiste article in (the or x )
I watched ___ video you had sent me.
A
the
B
x

Slide 2 - Quiz

When you live in ... United States you have to go to highschool
A
the
B
x

Slide 3 - Quiz

___ Amsterdam is the capital of __ Netherlands.
A
X - The
B
The - X
C
X - X
D
The - The

Slide 4 - Quiz

Geen Article Overzicht
Bij leden van een groep (wél bij de groep in zijn geheel)
Na both, all, en most
Voor titels of wanneer iemand de enige is die een bepaalde functie uitoefent.
Voor continenten, landen, plaatsnamen, straten en meren
Voor organisaties/gebouwen die beginnen met een plaatsnaam tenzij de naam een lidwoord bevat zoals the Netherlands

Slide 5 - Slide

Past Simple / Past Continuous?


I ... (enjoy) the sun last Sunday.
A
enjoyed
B
have enjoyed
C
had enjoyed
D
had been enjoying

Slide 6 - Quiz

past simple of past continuous:
We ................ football when it started to rain.
A
was playing
B
were played
C
were playing
D
was played

Slide 7 - Quiz

Past simple or Past Continuous:
He .... , while he .... the walls
A
fell, was painting
B
was falling, painted
C
falls, paints
D
fell, painted

Slide 8 - Quiz

Past Simple vs Past continuous
Deze twee tijden worden vaak samen gebruikt als iets onderbroken wordt of tegelijk plaatsvindt. Vaak staat er dan when/while in de zin.

I was doing the dishes when the phone rang.

Actie 1: Past Continuous
Actie 2: Past Simple

Slide 9 - Slide

Some/Any:

Do you want some/any lemonade?
A
some
B
any

Slide 10 - Quiz

I didn’t see anything / something unusual outside.
A
anything
B
something

Slide 11 - Quiz

SOME / ANY
"We've got ... bananas."
A
some
B
any

Slide 12 - Quiz

Some/any.
He has brought some/any flowers.
A
Some
B
Any

Slide 13 - Quiz

Have you got __ English friends?
A
some
B
any
C
no

Slide 14 - Quiz

2 opties:
Je kan zelfstandig aan de slag gaan met een van de werkbladen/je mediadossier.

Je doet mee met de uitleg.

Slide 15 - Slide

Articles

Slide 16 - Slide

Articles
Articles zijn lidwoorden. In het Nederlands gebruiken we de, het en een.
In het Engels gebruiken we the, a an. 

Vandaag gaan we ons enkel richten op the vs x. 

Soms hoeven we namelijk geen lidwoord in te vullen. 
 

Slide 17 - Slide

1. Articles
Prince Charles will be a good king. 

Geen lidwoord voor titels of wanneer iemand de enige is die een bepaalde functie uitoefent. 
My uncle has met Prince Harry.
He is Prime minister of Australia. 

Slide 18 - Slide

2. Articles
Let's take the bus to Oxford Street.

Geen lidwoord voor continenten, landen, plaatsnamen, straten en meren
He lives at 221B Baker Street.
Let's meet at Lake Superior 

Slide 19 - Slide

3. Articles
Could you take me to Schiphol Airport?

Geen lidwoord bij gebouwen/organisaties die beginnen met een plaatsnaam. 
I'm arriving at Manchester Airport.
Let's take the underground to Birmingham Airport.

Slide 20 - Slide

4. Articles
Most people don't like rain.

Geen lidwoord na most, all of both
Both countries are nice to visit.
All students have passed their exams. 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Hoe wordt het gevraagd?
Fill de gap oefening.
Fill in 'the' or 'x' 

Slide 23 - Slide

Past Simpe and Past continuous

Slide 24 - Slide

Past Simple
Gebruik: Bij dingen in het verleden die zijn afgelopen
Vorm: ww + ed    Of    2e rijtje 
Signaalwoorden: Yesterday, last week, last month, in 2004 

Slide 25 - Slide

Past Continuous
Gebruik: Dingen in het verleden die een tijdje duurde.
Vorm: was/were + ww + ing
Signaalwoorden: When/while

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Link

Some, Any, Every, No and compounds

Slide 28 - Slide

Beide = elk, iedere(e)

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Same rules! 

Slide 31 - Slide

Some/Any
Some
Any
Bevestigende zinnen
Normale vragen
Vragen waarop je een ja verwacht
Ontkenningen
Als je iets aanbiedt

Slide 32 - Slide

Every
betekent: iedere/elke
Any = willekeurige keus
Every = Letterlijk alles

I see her every day of the week.

Ook in samenstellingen:
We should help everywhere we can.

Slide 33 - Slide

NO 
In plaats van not any kan je ook no zeggen. 

There will be no sunshine tomorrow. 

Ook in samenstellingen:
There is nowhere I can hang my coat.

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Link

End of the lesson
- Any questions? 

Upcoming test: Toets chapter 5 & 6
Study the hand-out in Google Classroom
Reading & Grammar
Bring a dictionary!

Slide 36 - Slide