SO 1+2

1 / 25
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

1a. Noem twee kenmerken die horen bij de dominante cultuur van Nederland.

Slide 3 - Open question

1b. Geef de betekenis van het begrip: dominante cultuur.

Slide 4 - Open question

2a. In de buurt waarin ik woon is WEL / GEEN grote culturele diversiteit, want:

Slide 5 - Open question

2b. Geef de betekenis van het begrip: culturele diversiteit.

Slide 6 - Open question

3a. Leg uit hoe een wij-gevoel kan leiden tot uitsluiting.

Slide 7 - Open question

3b. Geef de betekenis van het begrip: wij-gevoel.

Slide 8 - Open question

3c. Geef de betekenis van het begrip: uitsluiting.

Slide 9 - Open question

4a. Leg uit vanaf welke leeftijd socialisatie begint.

Slide 10 - Open question

4b. Geef de betekenis van het begrip: socialisatie.

Slide 11 - Open question

5a. Leg uit of de culturele diversiteit toeneemt, er MEER / MINDER tolerantie nodig is in de samenleving.

Slide 12 - Open question

5b. Geef de betekenis van het begrip: tolerantie

Slide 13 - Open question

6a. Wat is het verschil tussen de begrippen ‘pluriforme samenleving’ en ‘multiculturele samenleving’?

Slide 14 - Open question

6b. Geef de betekenis van het begrip: multiculturele samenleving.

Slide 15 - Open question

6c. Geef de betekenis van het begrip:
pluriforme samenleving.

Slide 16 - Open question

7a. Noem drie artikelen van de Nederlandse grondwet.

Slide 17 - Open question

7b. Geef de betekenis van het begrip:
gelijkheidsbeginsel.

Slide 18 - Open question

8a. Leg uit of je het eens of oneens bent met de stelling:
“Dé Nederlandse cultuur bestaat niet.”

Slide 19 - Open question

8b. Geef de betekenis van het begrip:
cultuur.

Slide 20 - Open question

9a. Beschrijf het verschil tussen iemand met een migratieachtergrond en een autochtoon.

Slide 21 - Open question

9b. Geef de betekenis van het begrip:
iemand met een migratieachtergrond.

Slide 22 - Open question

9c. Geef de betekenis van het begrip:
autochtoon.

Slide 23 - Open question

10a. Noem de vier kenmerken van de pluriforme samenleving.

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide