Oefentoets hoofdstuk 3 Romeinen

Oefentoets Rep GS H3 Romeinen
1 / 37
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Oefentoets Rep GS H3 Romeinen

Slide 1 - Slide

Belangrijk
  • De echte toets bevat vooral open vragen terwijl deze toets vooral gesloten vragen bevat.
  • Lees de vragen goed door voordat je antwoord geeft.
  • Besef dat deze oefentoets je niet 100% kan voorbereiden op de toets en dat het niet alle onderdelen bevat. Het kan je wel voorbereiden en laten zien op welke gebieden je nog beter moet oefenen. 

Slide 2 - Slide

3.2 Koningstijd, Republiek

Slide 3 - Slide

Rome was in de eerste twee eeuwen een .....
A
Monarchie
B
Republiek
C
Keizerrijk
D
Democratie

Slide 4 - Quiz

Wat gebeurde er met de laatste koning van Rome?
A
Hij werd keizer gemaakt
B
Hij werd vermoord door de senaat
C
Hij werd vermoord door zijn eigen soldaten
D
Hij werd uit Rome verbannen

Slide 5 - Quiz

Hoe heette het bestuursorgaan dat bestond uit 300 raadgevende edelen?

Slide 6 - Open question

Waarom werden er elk jaar twee nieuwe consuls aangesteld om de republiek te leiden?

Slide 7 - Open question

Patriciërs zijn...
A
Slaven
B
Arme romeinen
C
Adellijke romeinen
D
Middenklasse romeinen

Slide 8 - Quiz

Plebejers mochten in de Republiek stemmen in de ...
A
Volkstribuun
B
Senaat
C
Consulaat
D
Volksvergadering

Slide 9 - Quiz

Slaven
Patriciërs
2 Consuls
300 senatoren
Plebejers

Slide 10 - Drag question

Wat was de hoofdtaak van de volkstribunen?

Slide 11 - Open question

Senaat
Volkstribunen
Consuls
Volksvergadering
Leiders van de Republiek (elk jaar opnieuw gekozen)
Rijke plebejers met veel invloed
300 patriciërs die advies geven
Gewone burgers die praten over politiek

Slide 12 - Drag question

3.2 Keizertijd

Slide 13 - Slide

Een burgeroorlog is...
A
Een oorlog tussen burgers van 2 staten
B
Een oorlog tussen McDonalds en BurgerKing
C
Een oorlog tussen burgers van dezelfde staat
D
Een oorlog tussen meer dan twee staten

Slide 14 - Quiz

Waarom ontstonden er steeds vaker burgeroorlogen in de Republiek?

Slide 15 - Open question

Welke generaal slaagde erin om de macht te grijpen en zichzelf dictator voor leven te maken?

Slide 16 - Open question

Wie vermoordde Julius Caesar?
A
Zijn soldaten
B
Senatoren
C
Zijn vrouw
D
Het volk van Rome

Slide 17 - Quiz

Wat gebeurde er na de dood van Julius Caesar met de Republiek?

Slide 18 - Open question

Hoe wisten Keizers de slaven van Rome achter zich te krijgen?

Slide 19 - Open question

3.3 Cultuur & Romanisering
Let op: Dit gaat alleen om de eerste helft van de paragraaf. De tweede helft hoef je niet te leren.

Slide 20 - Slide

Van welke cultuur namen de Romeinen het meeste over?
A
Etrusken
B
Germanen
C
Galliërs
D
Grieken

Slide 21 - Quiz

Geef een voorbeeld van een cultuurkenmerk dat de Romeinen van de Grieken hebben overgenomen

Slide 22 - Open question

Hoe noemen wij tegenwoordig de cultuur van de Grieken en Romeinen?

Slide 23 - Open question

Geef een definitie van het begrip Romanisering

Slide 24 - Open question

Hoe kon een gewone Germaan Romeins staatsburger worden?

Slide 25 - Open question

3.4 De Late Oudheid

Slide 26 - Slide

Waarom raakte het Romeinse rijk vanaf de 3e eeuw in verval?

Slide 27 - Open question

Wat was de Limes en welk doel had het?

Slide 28 - Open question

Welke stam vestigde zich aan het einde van de Romeinse tijd in Zuid-Nederland, België en Frankrijk?
A
Galliërs
B
Friezen
C
Gothen
D
Franken

Slide 29 - Quiz

3.5 Romeinen, joden en christenen

Slide 30 - Slide

Uit welke religie is het christendom ontstaan?
A
Jodendom
B
Islam
C
Romeinse staatsreligie
D
Griekse religie

Slide 31 - Quiz

Wat is het grootste verschil tussen het jodendom en de Romeinse staatsgodsdienst?

Slide 32 - Open question

Waarom was Jezus populair bij veel joden?

Slide 33 - Open question

Wie was de eerste christelijke Romeinse keizer?

Slide 34 - Open question

In de vierde eeuw werd het christendom door twee besluiten veel groter? Welke twee besluiten waren dit?

Slide 35 - Open question

Welk van de volgende symbolen is christelijk?
A
B
C

Slide 36 - Quiz

Belangrijk
  • De echte toets bevat vooral open vragen terwijl deze toets vooral gesloten vragen bevat.
  • Lees de vragen goed door voordat je antwoord geeft.
  • Besef dat deze oefentoets je niet 100% kan voorbereiden op de toets en dat het niet alle onderdelen bevat. Het kan je wel voorbereiden en laten zien op welke gebieden je nog beter moet oefenen. 

Slide 37 - Slide