in je schrift : Je maakt opdracht 1 t/m 5 van de paragraaf woordenschat, op blz. 21
Maak bij opdracht 2 en 3 twee kolommen in je schrift waarin je in de linker kolom de woorden schrijft en in de rechter kolom de betekenissen.
Online opdrachten : Je begint met de Woordenschattrainer vmbo , je maakt de startvragen van de woordenschattoets