3.3 lezen 1kg
1 / 11
Lesson duration is: 40 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Hoe vind je het onderwerp van een tekst?
A
titel en het slot lezen
B
titel, kopjes en inleiding lezen
C
het middenstuk lezen en de plaatjes bekijken
D
de hele tekst heel erg precies lezen
Slide 3 - Quiz
Wat is een kernzin?
A
De zin met de belangrijkste informatie van een alinea.
B
De langste zin van een alinea.
C
De kortste zin van een alinea.
D
De zin met de meeste voorbeelden.
Slide 4 - Quiz
Welke zin is vaak de kernzin?
A
de eerste zin van de alinea
B
de laatste zin van de alinea
Slide 5 - Quiz
Emoji zijn symbolen die emoties of plaatjes weergeven. Je kunt er sneller informatie mee overbrengen dan met tekst. Er verschijnen regelmatig nieuwe emoji. Zo kun je tegenwoordig mango’s, lama’s en skateboards versturen.
Welke zin is de kernzin?
Welke zin is de kernzin?
A
Emoji zijn symbolen die emoties of plaatjes weergeven.
B
Je kunt er sneller informatie mee overbrengen dan met tekst.
C
Er verschijnen regelmatig nieuwe emoji.
D
Zo kun je tegenwoordig mango’s, lama’s en skateboards versturen.
Slide 6 - Quiz
Hoe herken je een alinea?
A
Een nieuwe alinea begint op een nieuwe regel
B
soms door een witregel
C
Soms door een tussenkopje
D
Door naar de titel te kijken
Slide 7 - Quiz
Emoji zijn symbolen die emoties of plaatjes weergeven. Zo kun je tegenwoordig mango’s, lama’s en skateboards versturen.
Welke zin is een bijzaak?
Welke zin is een bijzaak?
A
Emoji zijn symbolen die emoties of plaatjes weergeven.
B
Zo kun je tegenwoordig mango’s, lama’s en skateboards versturen.
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Ik had heel goed geleerd voor de toets. Toch had ik een slecht cijfer.
Wat is het signaalwoord?
Wat is het signaalwoord?
A
heel
B
voor
C
toch
D
had
