4.1 en 4.3 Rivieren

1 / 11
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Waardoor hebben we in NL te maken met een relatieve zeespiegelstijging?
A
Het regent ook nog eens veel.
B
We verstenen een groot deel van NL.
C
We hebben dijken die niet hoog genoeg zijn.
D
De bodem van ons land daalt ook nog eens.

Slide 2 - Quiz

Wanneer is sprake van springtij?
A
Als de zon en de maan tegenover elkaar staan
B
Met volle maan
C
Als de zon en de maan aan dezelfde kant staan
D
Met nieuwe maan

Slide 3 - Quiz

Hoe verandert het neerslagregiem als gevolg van klimaatverandering?
A
Het wordt droger en in de winter komt er meer sneeuw.
B
Er valt meer neerslag en als het regent valt er veel in een keer.
C
Het wordt droger in de zomer en in de winter wordt het juist natter.
D
Er valt meer neerslag en als het regent regent het vaak weken achtereen.

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Bereken het verhang.
Plaats A ligt op 1560 meter hoogte, plaats B op 1200. De rivier is 36 km tussen beide plaatsen.
A
10 m/km
B
100 m/km
C
0,1 m/km
D
1 m/km

Slide 6 - Quiz

Als het debiet van de rivier sterk wissel is er sprake van een onregelmatig regiem.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Als er veel verstening is op een plaats is de vertragingstijd langer.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Krib
Buitendijks
Uiterwaard
Winterdijk
Zomerbed
Zomerdijk of -kade
Binnendijks

Slide 9 - Drag question

Welke maatregelen neemt NL
om hogere afvoeren
aan te kunnen?

Slide 10 - Mind map

Noem twee maatregelen uit het programma Ruimte voor de Rivier

Slide 11 - Open question