Schrijfopdracht 2 - oefenen zakelijke e-mail (1)

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1-4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
  • Wat weet je van het schrijven van een zakelijke e-mail?
  • Zelf aan de slag! 

Slide 2 - Slide

Huiswerk
Dinsdag 20 december:
Spelling H1

Vrijdag 13 december:
Oefene-mail af.






Slide 3 - Slide

Doel van deze les:
Ik ken de regels die horen bij het schrijven van een zakelijke e-mail.

Ik kan de regels die horen bij de zakelijke e-mail toepassen.

Slide 4 - Slide

Wat weet je van een zakelijke e-mail?

Slide 5 - Mind map

Wie is de geadresseerde?
A
Degene aan wie je de e-mail stuurt.
B
Degene die de e-mail schrijft.

Slide 6 - Quiz

Kies de juiste aanhef als je de geadresseerde niet kent
A
Geachte heer mevrouw,
B
Geachte heren en mevrouwen
C
Geachte heer, mevrouw,
D
Geachte heer/mevrouw,

Slide 7 - Quiz

De eerste zin van de brief
begint met een hoofdletter, ja of nee?
A
Ja! Mijn naam is Linda Janssen en ik schrijf u deze e-mail omdat...
B
Nee! mijn naam is Linda Janssen en ik schrijf u deze e-mail omdat...

Slide 8 - Quiz

In de tekst van een zakelijke e-mail gebruik je geen alinea’s.
A
Waar: je schrijft alles achter elkaar zonder witregels.
B
Niet waar: je gebruikt 3 alinea’s: inleiding , kern en een afsluiting.
C
Niet waar: je gebruikt 2 alinea's: inleiding en kern

Slide 9 - Quiz

Kies de juiste schrijfwijze voor de groet aan het einde.
A
Met Vriendelijke Groet,
B
Met vriendelijke groet,
C
Met vriendelijke groet
D
Met vriendelijke groeten,

Slide 10 - Quiz

In een zakelijke e-mail gebruik je formele taal.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Kies de juiste slotgroet:
A
Met vriendelijke groet Naam Achternaam
B
Met vriendelijke groet, Naam
C
Met vriendelijke groet, Naam Achternaam

Slide 12 - Quiz

Opdracht
Bespreek in tweetallen wat je wel en niet goed vindt aan de e-mail op de volgende slide. 
timer
5:00

Slide 13 - Slide

Geachte mevrouw bisschop,

Ik stuur u deze mail omdat ik de griep heb.

Ik vindt het erg vervelend dat ik vandaag niet bij u les aanwezig kan zijn.
Kunt u mij vertellen wat voor gevolgen dit voor mij heeft?

Ik hoop op u begrip en ik hoop van uw te horen.

groet,
Anja


Slide 14 - Slide

Wat vonden jullie wel (+) en niet goed (-) aan de e-mail?

Slide 15 - Open question

 H1 Schrijven
Zakelijke mail
Bestemd voor iemand van een bedrijf, instelling of de overheid. 
Formeel!

- Begin met de aanhef (Beste mevrouw Bisschop,) en sla dan een regel over
- Maak duidelijk wie je bent (Begin de eerste zin nooit met 'ik'!)
- Schrijf kort waar de mail over gaat
- Stel je vraag (beleefd!)
- Formuleer wat je van de ander verwacht en sla een regel over
- Schrijf een groet en je naam

Controleer je mail/bericht voor je deze verstuurt!
 
Voeg evt. nog meer gegevens toe (tel.nr) en een bijlage.


Slide 16 - Slide

Nog meer info....
  • Typ een net onderwerp.
  • Typ een correcte aanhef en denk aan de komma.
  • In de eerste alinea beschrijf je waarom je de email hebt gestuurd (inleiding) > Mijn naam is ... en ik schrijf u deze e-mail omdat .....
  • In de kern geef je meer informatie en stel je je vragen. 
  • In het slot vertel je kort wat je graag zou willen.
  • Formuleer een nette slotgroet en denk aan de komma!
  • Onder de slotgroet typ je jouw naam en achternaam.

Slide 17 - Slide

Opdracht
  • Je schrijft een e-mail voor een docent.
  • Je vertelt dat je griep hebt en daardoor niet op school kunt komen.
  • Ook zeg je dat je niet weet hoe je de biologietoets van vandaag moet maken.  Je vraagt hoe je dat nu moet doen.
  • In de afsluiting vraag je of de docent zo snel mogelijk kan reageren.

Denk aan de opbouw van een zakelijke e-mail en let op je spelling en het formuleren van zinnen!

Slide 18 - Slide

Huiswerk
Dinsdag 20 december:
Spelling H1

Vrijdag 13 januari:
Oefene-mail af.






Slide 19 - Slide