3. Bronnen: Nederland bereikbaar

1 / 24
next
Slide 1: Video
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

0

Slide 1 - Video

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Nederland bereikbaar
Je leert:
  • de groei van de mobiliteit sinds 1960 kunnen beschrijven en verklaren
  • welke soorten maatregelen bedacht zijn om de files te verminderen (benutten, bouwen, betalen, combinatie ov-auto, inrichting, gedrag)

Slide 4 - Slide


Werk, studie, familie, voorzieningen
Rust, ruimte, milieu, groen, kindvriendelijker, mogelijk door auto

Verhuizen tussen stad en platteland
Re-urbanisatie

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Om de mobiliteit te vergroten werden snelwegen aangelegd.
Welke snelweg ligt ten noorden van Arnhem?
A
A11
B
A12
C
A14
D
A19

Slide 14 - Quiz

Waar zullen de eerste snelwegen van Nederland gebouwd zijn?
A
Noorden
B
Oosten
C
Zuiden
D
Westen

Slide 15 - Quiz

Wat is GEEN reden voor de verbetering van de mobiliteit?
A
Meer gebruik van smartphones
B
Toename van vrije tijd
C
Groei van de bevolking
D
Groei van welvaart

Slide 16 - Quiz

Congestie of file is van alle tijden. De eerste file ontstond op welke dag?
A
1e pinksterdag 1910
B
1e pinksterdag 1925
C
1e pinksterdag 1940
D
1e pinksterdag 1955

Slide 17 - Quiz

Welk begrip:
Verhuizen van het centrum naar Velp
A
Urbanisatie
B
Suburbanisatie
C
Re-urbanisatie
D
Emigratie

Slide 18 - Quiz

timer
0:20

Slide 19 - Slide

Wat is geen oplossing voor het fileprobleem?
A
Meer rijbanen
B
Spitsstrook
C
P&R-mogelijkheden
D
Airmiles voor fietsers

Slide 20 - Quiz

Hoeveel kilometer weg hebben we in Nederland?
A
135.470 Km
B
96.352 Km
C
56.892 Km
D
42.460 Km

Slide 21 - Quiz

Hoeveel kilometer snelweg hebben we in Nederland?
A
1.000 Km
B
5.000 Km
C
15.000 Km
D
25.000 Km

Slide 22 - Quiz

Waarom is deze zwarte auto hier?
A
Hij heeft pech en staat daarom veilig op de vluchtstrook
B
Hij is een aso, heeft haast en probeert rechts in te halen
C
Hij maakt handig gebruik van de spitsstrook
D
Hij komt uit Engeland en denkt dat hij daar moet rijden

Slide 23 - Quiz

Aan de slag!
Maak opdracht 2, 4, 6 & 7 van 2.3
leren voor de topo s.o.

Slide 24 - Slide