Introductieles: Chocolade!

Mmmm.... CHOCOLADE!
1 / 42
next
Slide 1: Slide
WoordenschatWereldoriëntatie+1Middelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Mmmm.... CHOCOLADE!

Slide 1 - Slide

NB:
Dit lesmateriaal is tot stand gekomen in de periode 2021 - 2024 in het project UGO (Utrecht Gelijke Onderwijskansen) op basis van het curriculum van de voormalig Brede School Academie (BSA) Utrecht en in samenwerking met de gemeente Utrecht en de Utrechtse schoolbesturen PCOU Willibrord, SPO Utrecht en KSU. Het project UGO eindigt op 1 oktober 2024.
Waar denk jij aan 
bij het woord 'chocolade'?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Hoe werkt het?
Tekst
Onderzoek
Woordenschat
Leestafel
Boekenclub
Dit leer je nu
Dit weet je al
Doen
Terugkijken
Afbeelding vergroten

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
  • Leestafel
  • Kennismakingsspel
  • Introductie onderwerp
  • Tekst
  • Onderzoek
  • Presenteren onderzoek
  • Woordenschat
  • Boekenclub
  • Terugblik/afsluiting

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat ga je deze les leren?
De leestafel
  • Je kunt een nieuwsartikel vinden dat geschikt is om over te praten met de hele groep.
  • Je komt erachter welke artikelen uit de krant geschikt zijn om over te praten met elkaar.
De tekst
  • Je kunt vertellen hoe het eraan toegaat in een chocoladefabriek.
Het onderzoek
  • Je kunt vertellen wat ‘eerlijke’ chocolade is. En hoe je weet welke chocolade eerlijk is.
  • Je kunt uitleggen hoe chocolade gemaakt wordt. 
  • Je weet waar de cacaoboon groeit.
  • Je kunt vertellen welke stappen er zitten tussen een cacaoboon en een reep chocolade.
De woordenschat
  • Je kunt de woorden uit deze les toepassen in zinnen.
De boekenclub
  • Je kunt vertellen wat je lievelingsboek is en waarom.



Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Plak het artikel op het blad aan de muur 
waar jij jouw artikel het best vindt passen.
Knip het artikel uit of maak er een foto van.
Zoek een artikel dat jij interessant vindt 
en waar je wel met de groep over zou willen 
praten / van gedachten wisselen.
De leestafel
1
2
3
Leerdoelen?
Leerdoelen:
  • je kunt een artikel vinden dat geschikt is om over te praten met de hele groep.
  • je komt erachter welke artikelen uit de krant geschikt zijn om over te praten met elkaar.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat maakt een artikel volgens jou een goed artikel? 

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Wat maakt een goed artikel?
  • Voor iedereen interessant
  • Niet te kort, maar ook niet te lang


  • Je kunt er veel vragen over stellen
  • Je kunt er je mening over geven
  • Je kunt er verder over doordenken en praten

  • Je kunt er zelf oplossingen bij bedenken
  • Er komen door het artikel nieuwe vragen en
     ideeën bij je op.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions


Upload hier een foto
van jouw artikel.

Slide 9 - Open question

This item has no instructions


Waar past jouw 
artikel het best?
Hier kun je veel vragen over stellen.
Hier kun je over van mening verschillen.
Hier kun je oplossingen voor bedenken of dingen bij uitvinden.
Hier staan heel veel weetjes in.
Mijn artikel past bij meerdere opties.

Slide 10 - Poll

This item has no instructions


Welke vragen kan ik aan een ander stellen over zijn/haar artikel?

Slide 11 - Open question

Discussievragen:
  • Ben jij het daarmee eens?
  • Ik vind dat toch vreemd, want….
  • Nou, dat weet ik nog niet zo zeker, want…..
  • Wie heeft er nog een ander argument?
  • Is dat wel waar? Weet je dat zeker?
  • Wat zegt die…. in het artikel erover? Wat vind je daarvan?

Verdiepingsvragen:
  • Hoe kan het nou dat…?
  • Wat ik niet snap is…?
  • Wat zou er gebeuren als…?
  • Zou iedereen…?
  • Hou zou dat in de toekomst gaan/ in het verleden gegaan zijn?
  • Hoe zit dat eigenlijk in andere landen?
Welke zaken zijn er nog meer van belang om te vertellen?
Wat zou je hier nog meer over willen weten?
Waarom was dat?
Waar was dat?
Wanneer was dat?
Hoe is het in zijn werk gegaan?
Wat is er aan de hand?
Om wie of wat gaat het?
Hoe voer ik een gesprek
over het nieuws? 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions


Het kennismakingsspel

Waarin ben jij de enige?
Begin je antwoord met: Ik ben de enige die...

Slide 13 - Open question

Kennismakingsspel
Ik ben (naam) en ik ben de enige die….”
  • De docent maakt deze zin af.
  • Heb of ben jij ook wat de docent zegt? 
  • Ga staan als je hetzelfde hebt of bent.
  • We gaan door tot iedereen zichzelf heeft voorgesteld en we van iedereen iets weten.

 De tekst

het boek
de film
Ken jij het boek of de film(s)
Sjakie en de Chocoladefabriek?
Leerdoel?
Leerdoel: je kunt vertellen hoe het eraan toegaan in een chocoladefabriek.
Nee, ik ken ze allebei niet
Ja, ik ken het boek
Ja, ik heb het boek gelezen
Ja, ik ken de film(s)
Ja, ik heb de film(s) gezien

Slide 14 - Poll

Ga in op het verhaal/beeld van de chocoladefabriek van Willy Wonka.

Hoe zou het eruit zien in een echte chocoladefabriek?
Hoe zou het eruit zien in een echte chocoladefabriek?

Slide 15 - Mind map

This item has no instructions

De tekst eerst even scannen! 
bron
Bron tekst: AD (19/09/19 door B. van Zoelen)

Bewerkt voor onderwijsdoeleinden.
scannend lezen
Scannen, hoe doe je dat?
  • Je leest eerst de titel, de inleiding en de kopjes van de alinea’s
  • Je kijkt naar de afbeeldingen in de tekst
  • Je bekijkt de 10 woorden die in de kantlijn zijn uitgelegd
  • Zijn er nog andere opvallende dingen in de tekst?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions


Voorspelling: wat denk je dat je in deze tekst gaat lezen?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Lees de hele zin. Ook de zin ervoor en erna zeggen vaak iets over het woord.
Zoek het woord op in een woordenboek of in een zoekmachine op internet.
Ken je het woord in
een andere vorm wel?
Vraag het aan iemand.
Wie weet kent diegene het woord!
Kijk of er een bekend woord
zit in het onbekende woord.
Heb je het woord eerder gezien?
Waar ging de tekst toen over?
Wat kun je doen als je een woord in de tekst niet begrijpt?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Beantwoord de volgende vragen bij de tekst:
Lees de eerste drie alinea’s van de tekst
  • Vraag: noem twee overeenkomsten en twee verschillen tussen de chocoladefabriek van Willy Wonka en de fabriek van de Chocolatemakers.
  • Welke betekenissen heeft het woord 'puur'?

Lees alinea 4
  • Vraag: wat gebeurt er in de chocoladekamer?
  • Vraag: Wat betekent het als smaak boven efficiëntie wordt gesteld?

Lees alinea 5
  • Waarom moest er een nieuwe fabriek komen?
  • Welk oude beestje hebben ze meegenomen uit Vogeldorp?


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

de frats
de frats – de (vreemde) toestand 
tot de verbeelding spreken
tot de verbeelding spreken – er een voorstelling van kunnen maken 
Titel, inleiding en alinea 1
Deze Willy Wonka-fabriek heeft geen nougatkamer,
maar wel véél chocola.

Geen chocoladerivier en geen boot gemaakt van roze zuurtjes. Geen nougatkamer en geen kauwgom met de smaak van een driegangenmenu. Geen bonbonhal ook, bij de nieuwe chocoladefabriek in de hoofdstad.

Sinds Roald Dahls kinderboekenheld Sjakie spreken chocoladefabrieken nogal tot de verbeelding, maar in de nieuwe fabriek van Chocolatemakers in de Amsterdamse haven geen Willy Wonka-achtige fratsen. Hier gaat het maar om één ding: chocolade, en wel zo puur mogelijk.


Slide 20 - Slide

This item has no instructions


Noem twee overeenkomsten en twee verschillen tussen de chocoladefabriek van Willy Wonka 
en de fabriek van de Chocolatemakers.

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

vergruizen
vergruizen – tot hele kleine stukjes vermalen
typeren
typeren – de kenmerken/eigenschappen van iets of iemand benoemen 
de efficiëntie
de efficiëntie – met de minste inspanning en middelen je doel bereiken
Alinea 2 en 3
Gouden wikkels die toegang geven tot de splinternieuwe fabriek, heeft Chocolatemakers dan weer wel. In alle winkels die de repen verkopen, zit de komende maanden één entreeticket voor een rondleiding verstopt. Wie de wikkel vindt, mag als eerste een kijkje nemen in de voor het publiek toegankelijke chocoladefabriek die volgende week officieel opengaat. Dus toch een beetje Willy Wonka.

En een chocoladekamer, die heeft Chocolatemakers ook. Rodney Nikkels (figuur 1), met Enver Loke eigenaar en oprichter van de chocoladefabriek, wijst vanaf de balustrade naar beneden. Daar is de fabrieksruimte waar de gebrande en vergruisde cacaobonen worden gemalen en door elkaar geschud tot één smeuïge chocolademassa. Dat duurt een dag of drie. Het  typeert Chocolatemakers dat ze smaak boven efficiëntie stellen. In andere chocoladefabrieken gebruiken ze veel krachtiger maalmachines die in een uurtje of zes wel klaar zijn.
figuur 1

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Aan welke woorden denk 
jij bij het woord 'puur'?​

Slide 23 - Mind map

Puur heeft onder andere de betekenis eerlijk, zuiver, alleen, chocolade, echt, fris en onaangeraakt.
Alinea 4
verfijnd
verfijnd – ontwikkeld
cruciaal
cruciaal – onmisbaar
uit je jasje groeien
uit je jasje groeien – te groot geworden
Ieniemieniefabriekje
Een stapje terug in het productieproces en we komen bij de bijna antieke brander uit 1930. Net als alle andere machines hebben Nikkels en Loke het oude beestje meegenomen uit hun ieniemieniefabriekje in Vogeldorp, in Noord, waar Chocolatemakers in 2011 begon. De brander hokte daar samen met de cacao-opslag. Strepen op de vloer, demonstreerde Loke daar, zorgden ervoor dat het branden gescheiden werd van de bevoorrading. In de Vogelstraat waren Nikkels en Loke uit hun jasje gegroeid. ,,Hier kunnen we vijf keer meer doen.” Ook voor het branden neemt Chocolatemakers de tijd. Het is de cruciale stap in het maken van chocolade, zegt Nikkels. ,,Hier komt de chocoladegeur erin.” Vandaar ook de vergeleken met andere fabrieken lage temperaturen van 105 tot 110 graden. “Het is meer garen dan branden. We willen niet de verfijnde smaak eruit halen.”

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat gebeurt er eerst? 
Zet de stappen in de juiste volgorde.
Klik op de hotspots en sleep ze vervolgens naar de juiste plek.
stap 1  
stap 2  
stap 3  
stap 4  
vergruizen
malen
branden
schudden

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions


Waarom moest er 
een nieuwe fabriek komen?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions


Welk oud beestje 
hebben ze meegenomen? 

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Het onderzoek

  1. Kies zo één van de onderwerpen
    op de volgende dia.
  2. Stel onderzoeksvragen op:
    Wat wil je over dit onderwerp te weten komen?
  3. Maak goede aantekeningen tijdens
    het lezen van de informatie.
  4. Noteer de antwoorden op je onderzoeksvragen in je eigen woorden
    of maak een mindmap.
Leerdoelen?
Leerdoelen
Na het onderzoek kun je/weet je:
  • vertellen wat ‘eerlijke’ chocolade is en hoe je weet welke chocolade eerlijk is.
  • waar de cacaoboon groeit.
  • uitleggen hoe chocolade gemaakt wordt.
  • vertellen welke stappen er zitten tussen een cacaoboon en een reep chocolade.

Mindmap?
Vraag je docent naar de hand-out met tips voor het maken van een mindmap!

Slide 28 - Slide

Voor het maken van een mindmap is een hand-out beschikbaar (zie lesplan). Print deze voor je leerlingen uit zodat ze hem kunnen gebruiken bij het onderzoek.
Eerlijke chocolade             
Wat ga jij onderzoeken? 
Kies één van deze vier onderwerpen. Klik op de hotspot voor meer informatie.
Ben jij ook zo benieuwd naar wat ‘eerlijke’ chocolade precies is? En hoe kom je erachter welke chocolade eerlijk is? Welke logo's zijn er op verpakkingen? En wat betekenen ze? Heb je een tip voor je klasgenoten voor het kopen van chocola?
Cacao             
Chocolade wordt gemaakt van de cacaoboon. Maar waar en hoe groeit die eigenlijk? En hoe ziet dat eruit? En kun je overal een cacaoboom neerzetten? 
             Van boon naar reep
             Eigen onderzoek
Heb je nu een heel andere vraag over chocolade waar je graag onderzoek naar wilt doen? Bespreek met je docent wat je zou willen onderzoeken. 
Van cacaoboon naar chocoladereep. Ga op zoek welke stappen je zet om chocolade te maken. Wees zo zorgvuldig mogelijk.
Is het mogelijk om zelf thuis een chocoladereep te maken?

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

   Handige bronnen


   wikikids.nl (chocolade)
   schooltv.nl (hoe wordt het gemaakt?)
   voedingscentrum.nl (chocolade)
   oxfamnovib.nl (eerlijke chocolade test)


Let goed op...
Hier komt een aantal tips!
Handige zoektermen

  • chocolade
  • cacao
  • cacaoboom/cacaoboon
  • cacaoboer
  • waar groeit cacao?
  • eerlijke chocolade
  • wat is fairtrade chocolade?


Slide 30 - Slide

This item has no instructions


Welk onderwerp 
heb jij gekozen?
Eerlijke chocolade
Cacao
Van boon naar reep
Eigen onderzoek

Slide 31 - Poll

This item has no instructions

3, 2, 1 ... 
Tijd voor 
onderzoek!
timer
20:00

Slide 32 - Slide

Hier kun je instellen of de leerling mogen overleggen of zelfstandig aan het werk moeten.
Ook kun je een tijd instellen hoe lang ze aan hun onderzoek mogen werken. 

Heb jij antwoord gekregen 
op al jouw vragen?
Ja
Nee

Slide 33 - Poll

This item has no instructions

Even terugkijken naar het onderzoek. Welke doelen heb je al behaald? En welke (nog) niet? Sleep ze naar het juiste vak.
Wist je dat...
wanneer je een doel versleept, erachter een nieuwe verschijnt?
Ja, dit doel heb ik behaald.
Nee, aan dit doel moet ik nog werken.
Ik kan minimaal 2 woorden van deze week gebruiken bij mijn presentatie.
Ik heb effectief met iemand samengewerkt. 
Ik kan kort vertellen
wat ik te weten ben gekomen.
Ik heb de onderzoekstijd
nuttig en goed besteed. 
Ik ben nu ook nieuwsgierig geworden naar andere zaken omtrent dit onderwerp.
Ik heb veel informatie gevonden bij mijn onderzoeksvragen.
Ik heb nieuwe dingen geleerd.
Ik heb goede onderzoeksvragen bedacht.

Slide 34 - Drag question

This item has no instructions


Wat voor nieuwe informatie ben je te weten gekomen in 
jouw onderzoek? Vertel het aan de andere leerlingen 
of typ hier je aantekeningen.
Presentatie onderzoeksresultaten

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Leerdoel?
Leerdoel: je leert de woorden uit de tekst in andere zinnen gebruiken. 
Woordenschat BINGO!

Slide 36 - Slide

Uitleg bingo
  • Maak een bingokaart van 3 bij 3 vakken.
  • Schrijf in elk van de vakken een woord van de woorden van deze week. Gebruik 9 woorden.
  • De docent leest een zin of omschrijving voor waar een van de woorden bij past.​
  • Staat het passende woord op jouw kaart, streep het dan weg.​
  • Wie het eerst een horizontaal, verticaal of diagonaal rijtje heeft, roept 'Bingo' en heeft gewonnen (als het alle woorden goed zijn!
Lievelingsboeken
timer
2:00
Leerdoel?
Leerdoel: je kunt vertellen waarom het boek dat je meegenomen hebt, je lievelingsboek is.
De boekenclub

Slide 37 - Slide

Leerlingen hebben vooraf de opdracht gekregen hun lievelingsboek mee te nemen.

Uitleg lievelingsboeken/boekenclub
  • Vertel in twee minuten aan je buurman of buurvrouw waarom het boek dat je hebt meegenomen je lievelingsboek is.​
  • Vertel in de groep iets over het boek van je buurman/buurvrouw​.
extra​ vragen in spinner
  • Wie heeft er een bijzonder verhaal?​
  • Wie heeft een boek dat al heel oud is?​ 
  • Wie heeft hetzelfde lievelingsboek?​
  • Hoe wordt iets een lievelingsboek?​
  • Verandert je lievelingsboek vaak?

Wat is jouw lievelingsboek en waarom?  
Vertel kort waarom jij dat zo'n geweldig  
boek vindt en waarom anderen het ook 
zouden moeten gaan lezen.

Slide 38 - Open question

This item has no instructions


Afsluiting & terugblik
Noem drie dingen die je deze les geleerd hebt.

Slide 39 - Open question

This item has no instructions


Noem twee dingen
waar je nog wat meer over wil weten.

Slide 40 - Open question

This item has no instructions


Wat ga je thuis vertellen over deze les?

Slide 41 - Open question

This item has no instructions


Wat vond jij 
van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Poll

This item has no instructions