5.3 I

5.3
Glasnost en perestrojka
1 / 10
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

5.3
Glasnost en perestrojka

Slide 1 - Slide

Inhaalmoment PO's
Iedereen die het PO uit periode 2 (en een aantal uit periode 1) nog niet heeft ingeleverd wordt verwacht bij  de inhaalmomenten.
Lever je het voor die tijd in, dan hoef je niet te komen.
Is het af, dan mag je weg.

Inhaalmoment 2: maandag 17 april vanaf 14:15 (3F) of 15:00 (3G).
De afspraken staan al in Magister.
Maak je tijdens deze afspraak je PO af, dan krijg je een stempel.

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
Leren hoe Gorbatsjov de Sovjet-Unie verandert met Glasnost en Perestojka.
Leren hoe het IJzeren Gordijn en de Berlijnse Muur vielen.

Slide 3 - Slide

Hervormingen van Gorbatsjov
  • Vanaf de jaren 1980 groeide de Sovjet-economie nauwelijks meer.
  • Er zijn grote problemen met het bestuur.
  • --> Gorbatsjov krijgt de macht en wil hervormingen invoeren.
  • Perestrojka: verbouwing van de economie: regering mag niet meer alles bepalen, bedrijven meer vrijheid.
  • Glasnost: Openheid in het bestuur: meer vrijheid van meningsuiting en democratie.
  • Vanaf 1985 met VS praten over ontwapening.
  • 1988: Geen ingrijpen als landen niet meer communistisch willen zijn.

Slide 4 - Slide

Aan de slag!
Kijk je huiswerk van 5.1 en 5.2 na.
Stel vragen als je iets onduidelijk vindt.
Maak daarna op blz. 67 opdrachten 1, 2 en 3 + het schema op blz. 90-91 t/m Gevolgen in Oost-Europa de stukken over Nederland hoeven niet.
Dit moet in de les af zijn!

Klaar? Maak op blz. 69 en 71 opdracht 5, 9, 11, 12 en 14.
timer
15:00

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Gevolgen van Gorbatsjov
  • In steeds meer landen in Oost-Europa durven mensen weer te demonstreren.
  • --> Het IJzeren Gordijn wordt opgengemaakt.
  • Landen verlaten de Sovjet-Unie en kiezen democratische regeringen.
  • De regering in de DDR wil eerst de veranderingen tegenhouden.
  • Na grote protesten geven ze toe: de Berlijnse Muur valt.
  • 1990: Duitse hereniging.
  • --> blz. 70 Veel Oost-Duitsers zijn  ontevreden: in de DDR kreeg iedereen een baan en een woning, die raakten ze soms kwijt en de prijzen stegen.

Slide 7 - Slide

Kaartjesopdracht
  • Je werkt in tweetallen of alleen. Je krijgt een kaartje.
  • Ronde 1:
  • Loop door de klas, vertel de ander wat je over je kaartje weet en ruil daarna van kaartje.
  • Daarna ga je een nieuw iemand zoeken en vertellen over wat je van je nieuwe kaartje weet.
  • Ronde 2:
  • Loop door de klas en zoek iemand met een kaartje dat bij dat van jou past. Zorg dat je uit kunt leggen waarom! Als je je maatje hebt, ga je zitten.

Slide 8 - Slide

Aan de slag!
Kijk je huiswerk van 5.1 en 5.2 na.
Stel vragen als je iets onduidelijk vindt.
Maak daarna op blz. 67 opdrachten 1, 2 en 3 + het schema op blz. 90-91 t/m Gevolgen in Oost-Europa de stukken over Nederland hoeven niet.
Dit moet in de les af zijn!

Klaar? Maak op blz. 69 en 71 opdracht 5, 9, 11, 12 en 14.
timer
15:00

Slide 9 - Slide

Begrippenbingo!
Je krijgt een bingokaart.
Ik lees een beschrijving van een begrip voor.
Jij streept het begrip door dat bij de beschrijving past.
Valse bingo = liedje zingen.
Goede bingo = prijs.
Lees goed je bingokaart door en zoek de begrippen op in de begrippenlijst. Op welke beschrijvingen moet je straks letten?

Slide 10 - Slide