This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Opdracht 3
Gegeven:
Gevraagd:
Formule:
Berekening:
Resultaat:
Slide 1 - Slide
Uitwerking opdracht 3
Slide 2 - Slide
Omrekenen kWh naar J
Omrekenfactor voor Energie in kWh naar Joules is
1 kwH = 3,6 MJ = 3600000 J
Slide 3 - Slide
Stiekeme energievreters
1
2
3
Slide 4 - Slide
Symbool voor de eenheid van Energie
A
P
B
E
C
W
D
kWh
Slide 5 - Quiz
Symbool voor de grootheid Energie
A
P
B
E
C
W
D
kWh
Slide 6 - Quiz
Een gloeilamp is aangesloten op een spanning van 230 V. Door de lamp loopt een stroomsterkte van 0,5 A. De lamp brandt 10 uur. Wat is het energieverbruik?
A
1150 kWh
B
1,15 kWh
C
4600 kWh
D
21,7 kWh
Slide 7 - Quiz
Een strijkijzer heeft een vermogen van 800 W. Het strijkijzer staat per maand 10 uur aan. 1 kWh kost € 0,15. Wat zijn de kosten voor energie per jaar voor dit strijkijzer?
A
€ 14400
B
€ 12000
C
€ 14,40
D
€ 1,20
Slide 8 - Quiz
Een kantoor is voorzien van 26 TL buizen van 80 W. De verlichting staat iedere werkdag 9 uur aan. Het kantoor is 2 van de 52 weken per jaar dicht. Hoeveel energie wordt er in een jaar door de verlichting gebruikt?
A
936 kWh
B
973,44 kWh
C
936000 kWh
D
973440 kWh
Slide 9 - Quiz
Vera maakt een schakeling. Ze meet een stroomsterkte 220mA en de spanning 9,0V. Hoe groot is het vermogen
A
1980 W
B
24,4 W
C
1,98 W
D
1980000 W
Slide 10 - Quiz
In Sinita's smartphone zit een lithium-ion-accu die een spanning levert van 3,5 V. Als Sinita belt, levert de accu een vermogen van 2,5 W. Bereken de stroomsterkte.
A
8,8 A
B
0,71 A
C
1,4 A
Slide 11 - Quiz
Wat is het vermogen van een boormachine met een spanning van 230V en een stroomsterkte van 3,9A?
Slide 12 - Open question
Een oplader geeft een spanning van 5 V en een stroomsterkte van 0,7 A. Wat is het vermogen van de adaptor?