This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Today's Lesson
Goal: I can give information about myself and other people. I can make a sentence in the present simple
Grammar: Present Simple
Present simple: Shit Rule
Practice: Present Simple Hand out
Check hand out
Work on assignment 1, 2, 4ab 5 on page 14, 15, 16 and 17
Homework: p. 18 and 19 assignment 1 and 2
Slide 2 - Slide
What do you remember about the PRESENT SIMPLE?
Slide 3 - Open question
Present Simple
De present simple gaat over de tijd waarin een zin staat.
Bij de present simple staat het werkwoord altijd in de tegenwoordige tijd. Dat kan je zien aan het woord present (dit betekend tegenwoordige tijd)
De present simple wordt gebruikt om gewoontes, feiten, handelingen, situaties, emoties of wensen uit te drukken.
De present simple gebruikt 1 werkwoord in de tegenwoordige tijd in affirmative sentences (bevestigende zinnen).
For example:
I walk to school
Slide 4 - Slide
Present Simple
I
he/she/it
we
you
they
Gebruik dit rijtje om te bepalen hoe het werkwoord (verb) eruit komt te zien. Je kan deze woorden ook vervangen door namen, plaatsen, dieren en dingen.
walk
walks
walk
walk
walk
Slide 5 - Slide
What do you remember about the SHIT-rule?
Slide 6 - Open question
Present Simple: SHIT-rule
I
he/she/it
we
you
they
De SHIT-rule:
Bij she/he/it komt er een -s achter het werkwoord. LET OP! als je she, he en it vervangen wordt door een naam, plaats, ding of dier dan komt er dus ook een -S achter het werkwoord (verb).
walk
walks
walk
walk
walk
I
John/Sarah/the dog
Sarah and I
you
The boys
walk
walks
walk
walk
walk
Slide 7 - Slide
Present Simple: SHIT-rule
I
he/she/it
we
you
they
Einde van een werkwoord:
Als een werkwoord (verb) die na she/he/it komt eindigt op een -y dan komt er -ies achter in plaats van alleen een s
Als een werkwoord (verb) die na she/he/it komt eindigt op s, x, z, ch dan komt er -es achter in plaats van alleen een s