2-6 oktober Laatste voorbereidingen en lezen

T G 2 D 
3 okt
Al je spullen op tafel
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

T G 2 D 
3 okt
Al je spullen op tafel

Slide 1 - Slide

Programma deze week
- vragen stellen over "Zonder titel"
- tekst lezen uit de Volkskrant
- formatieve toets maken



Slide 2 - Slide

Leerdoel deze week
  • Aan het eind van deze week heb je de stof voor TEA1 herhaald, al je vragen gesteld en beantwoord gekregen en een tekst uit de krant gelezen
=> TEA1: toets Zonder Titel

     

    Slide 3 - Slide

    Huiswerk
    - Vijf vragen over Zonder titel heb je via Teams ingeleverd (met je groepje), inclusief antwoorden

    - schrijf je vragen op die je nog hebt over de toets of de toetsstof

    Slide 4 - Slide

    Welke vragen heb je nu over de toetsstof?

    Slide 5 - Slide

    Vragen en antwoorden uit de groepjes
    1.  Lees de vragen en antwoorden in stilte door.
    2. Markeer vragen waarbij je twijfelt aan het antwoord.
    3. Plaats een uitroepteken bij vragen die je heel goed vindt of waarvan je denkt dat die in een toets kunnen voorkomen.
    4. Klaar? Haal de spelfouten uit de tekst....!
    timer
    10:00

    Slide 6 - Slide

    Terugkoppeling
    => Vergelijk je resultaten met je buur

    => Twijfels over een antwoord? Schrijf het nummer van de vraag op het whiteboard

    Slide 7 - Slide

    Taal in "Zonder Titel"
    Wat is je opgevallen? 

    Slide 8 - Slide

    Waar denk je aan als je "K#@%#, $^T, GVD#X&^!" leest?

    Slide 9 - Open question

    Als ik vloek, doe ik dat liever niet in mijn moederstaal
    A
    (helemaal) mee eens
    B
    (helemaal) niet mee eens
    C
    dat ligt eraan met wie ik ben
    D
    ik vloek nooit, in geen enkele taal

    Slide 10 - Quiz

    Wat verwacht je te lezen in een tekst over vloeken?

    Slide 11 - Open question

    Eigenlijk vind ik dat vloeken iets wat...
    A
    ...in feite nooit mag of kan
    B
    ...(heel) soms mag of kan
    C
    ...geregeld mag of kan
    D
    ...vaak mag en kan

    Slide 12 - Quiz

    Tekst lezen

    Slide 13 - Slide

    Klopte je voorspelling? Ging de tekst "Vloeken" over dat wat jij vooraf gedacht had?
    A
    ja, grotendeels
    B
    een beetje
    C
    nee, eigenlijk ging het over andere zaken

    Slide 14 - Quiz

    Wat zijn de drie belangrijkste redenen om te vloeken? Schrijf je antwoord in een volledige zin.

    Slide 15 - Open question

    Wat heb je geleerd uit deze tekst?

    Slide 16 - Open question

    T G 2 D 
    4 okt
    Boek mag op tafel

    Slide 17 - Slide

    Formatieve toets Zonder Titel

    Slide 18 - Slide