Les 37 formeel & informeel taalgebruik

Welkom bij Nederlands!
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Slide

Het lesdoel 
Aan het einde van de les kan ik het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik herkennen. 

Aan het einde van de les kan ik een voorbeeld geven van informeel en formeel taalgebruik. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Aantekeningen
Formeel taalgebruik = zakelijk taalgebruik 
- je spreekt vooral met 'u' 
- geen straattaal 
- nette zinnen 

informeel taalgebruik = persoonlijk taalgebruik 
- je spreekt vooral met 'je' 
- je spreekt zo tegen mensen die je kent 

Slide 12 - Slide

formeel of informeel?

Met mij is alles prima!
A
Formeel
B
Informeel

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

formeel of informeel?

Met vriendelijke groet,
A
Formeel
B
Informeel

Slide 15 - Quiz

Als je informele taal gebruikt ken je de persoon?
A
niet
B
een beetje
C
wel
D
helemaal niet

Slide 16 - Quiz

formeel of informeel?

Sorry voor het storen.
A
Formeel
B
Informeel

Slide 17 - Quiz

Wat is een juiste aanhef bij een informele mail?
A
Hallo Marit,
B
Geachte mevrouw Zijlstra,
C
Groetjes, Marit
D
Met vriendelijke groet, Marit Zijlstra

Slide 18 - Quiz

formeel of informeel?
Kijk uit joh!

A
formeel
B
informeel

Slide 19 - Quiz

Gebruik je bij 'ouderen'
informele of formele taal?
A
informeel
B
formeel

Slide 20 - Quiz

Gebruik je bij 'kinderen'
informele of formele taal?
A
informeel
B
formeel

Slide 21 - Quiz

Hopelijk heb ik u voldoende geïnformeerd.
Formeel of informeel?
A
formeel
B
informeel

Slide 22 - Quiz

Welke aanhef gebruik je bij een informele tekst?
A
Geachte
B
Beste
C
Hai
D
Hoi

Slide 23 - Quiz

Een voorbeeld van een informele tekst is een?
A
sollicitatiebrief
B
uitnodiging
C
klachtenbrief
D
berichtje van jouw broer

Slide 24 - Quiz

Een informele tekst lijkt meer op spreektaal
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Wat is een juiste afsluiting bij een informele mail?
A
Hallo Marit,
B
Geachte mevrouw Zijlstra,
C
Groetjes, Marit
D
Met vriendelijke groet, Marit Zijlstra

Slide 26 - Quiz

Het lesdoel 
Aan het einde van de les kan ik een voorbeeld geven van informeel en formeel taalgebruik. 


Vooruitblik volgende les --> e-mail schrijven 

Slide 27 - Slide