Ondernemend gedrag: hoofdstuk 4 t/m 7

Ondernemend gedrag: hoofdstuk 4 t/m 7
1 / 20
next
Slide 1: Slide
LOBMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ondernemend gedrag: hoofdstuk 4 t/m 7

Slide 1 - Slide

Wat is ondernemend gedrag?

Slide 2 - Open question

Kenmerken
ondernemend gedrag

Slide 3 - Mind map

Een eigenschap ...
A
is een kernmerk van jouw persoonlijkheid
B
is iets dat je doet
C
is iets dat je kunt

Slide 4 - Quiz

Een vaardigheid ...
A
is een kenmerk van jouw persoonlijkheid
B
is iets dat je doet
C
is iets dat je goed kunt

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Link

SMART leerdoelen
Reflectie


Slide 7 - Slide

Regels, waarden en normen

Slide 8 - Slide

Regels...
zijn afspraken die mensen met elkaar maken, zodat alles verloopt zoals gewenst en niemand elkaar hindert. 
Regels zijn over het algemeen heel praktisch. 

Slide 9 - Slide

Waarden...
zijn dingen die je belangrijk vindt.
Het zijn vaak één-woordige kreten die je niet letterlijk kunt uitvoeren.
Waarden zijn vaak gebaseerd op een persoonlijk gevoel dat je niet altijd helemaal kunt verklaren.
Ze komen voort uit je opvoeding, maar ook uit je persoonlijkheid. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Normen...
zijn de dingen die jij doet om jouw waarden om te zetten naar daden. 
Het zijn werkwoorden.

Naast je persoonlijke waarden en normen, hebben ook landen/culturen waarden en normen. 
Daarnaast hebben organisaties waarden en normen. 

Slide 12 - Slide

Voorbeelden:

Waarde: behulpzaamheid.
Bijbehorende norm: "als ik iemand zie die hulp nodig heeft, dan bedenk ik me geen moment en bied ik diegene hulp aan." 

Waarde: gezondheid.
Bijbehorende norm: "Ik eet/ drink gezond en sport 2 keer in de week. Wanneer ik mensen wil trakteren, dan zal dat ook iets gezonds zijn." 

Slide 13 - Slide

Opdracht
Zoek 5 waarden die voor jou persoonlijk belangrijk zijn.
Schrijf deze op een post-it.
Leg ze daarna in volgorde van belangrijkheid: welke waarde is voor jou het allerbelangrijkst en welke het minst van de belangrijke?
Leg vervolgens uit waarom jou top 3 waarden eruit ziet zoals die eruit ziet.
Geef vervolgens bij iedere waarde een voorbeeld van hoe jij die waarde in de praktijk brengt (welke normen hang jij daaraan?)

Slide 14 - Slide

Ethisch en integer handelen
Ethiek gaat over goed en kwaad.
Ethisch handelen gaat over 'het goede' doen.
Bij ethiek denk je na over wat wel en niet deugt.

Slide 15 - Slide

Wat deugt en wat niet?

Slide 16 - Mind map

Samen met een vriend/vriendin loop je stage bij bedrijf X.
Je ziet dat hij/zij meer uren in Onstage schrijft dat hij/ zij daadwerkelijk gelopen heeft.
Wat doe jij?


Slide 17 - Open question

Je krijgt een pikante foto in de app van iemand die je kent.
Stuur je die door naar anderen?

Slide 18 - Open question

Je hebt net je rijbewijs en mag met de auto van je ouders op pad.
Bij het uitrijden raak je de auto van een ander.
Niemand heeft het echter gezien.
Wat doe je?

Slide 19 - Open question

Formeel 
Informeel

Slide 20 - Slide