This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Welkom bij economie!
Ga rustig zitten
Doe je jas uit en pet af!
Pak je spullen
Doe je telefoon in je tas
Zet je tas op de grond
Je bent stil!
Slide 2 - Slide
Vandaag..
Opening -> 5 minuten
Uitleg 3.4 -> 20 minuten
Opdrachten -> 20 minuten
Afsluiting -> 5 minuten
Slide 3 - Slide
Doelen vandaag
Je kunt uitleggen wat de rol van banken is in ons geldverkeer
Je kunt de voor- en nadelen benoemen van beleggen vergeleken met sparen
Je kunt uitleggen wat je met de wisselkoers van vreemde valuta kunt omrekenen
Je kunt berekenen hoeveel vreemd geld je voor een bedrag in euro's krijgt
Je kunt een bedrag in vreemd geld omrekenen naar euro's
Slide 4 - Slide
Vraag en aanbod van geld
Banken bemiddelen tussen het aanbod en de vraag naar geld
Slide 5 - Slide
Geldkringloop
Slide 6 - Slide
Beleggen
je steekt je geld in iets waarvan je verwacht dat het geld opbrengt
je wordt eigenaar van een deel van het bedrijf
je loopt het risico dat je belegging minder waard wordt
beter om te beleggen met geld waarvan het niet erg is als je het zou verliezen
Slide 7 - Slide
Hoe verdien je ermee?
als je aandelen van een bedrijf koopt, wordt je een voor een deel eigenaar van het bedrijf
gaat het goed met het bedrijf -> waarde van je aandelen stijgt
gaat het minder goed met het bedrijf -> waarde van je aandelen daalt
een bank kan je adviseren, hiervoor betaal je de bank een vergoeding
Slide 8 - Slide
Wat is een aandeel?
Door aandelen te kopen, word je een stukje mede-eigenaar.
Slide 9 - Slide
Beleggen vs Sparen
Sparen
Beleggen
Zekerheid dat je je inleg terug krijgt
Onzekerheid over terugkrijgen inleg
Vaste rente
Onvoorspelbare rente
Levert altijd iets op
Kan ook geld kosten
Vaak hoger rendement
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Vreemde valuta
De meeste landen in de EU hebben de euro als wettig betaalmiddel. Dit is de eurozone
Landen met een andere munt dan de euro betalen met vreemde valuta
Je moet rekenen met de wisselkoers om te wisselen van munteenheid
Je kunt vreemde valuta kopen en verkopen.
Slide 12 - Slide
Wisselkoers
Voor het omrekenen gebruik je de wisselkoers
Er zijn 2 koersen:
De aankoopkoers ('u koopt'): koers die je betaalt als je vreemd geld nodig hebt en euro's verkoopt.
De verkoopkoers ('u verkoopt'): koers die je ontvangt als je vreemd geld verkoopt en euro's aankoopt.
Slide 13 - Slide
Vreemde valuta
De wisselkoers is de waarde van € 1 in vreemde valuta.
Je koopt vreemd geld
voor € 1 de lage wisselkoers (aankoopkoers / u koopt) in vreemd geld
Je verkoopt vreemd geld
voor € 1 de hoge wisselkoers (verkoopkoers /u verkoopt) in vreemd geld
Slide 14 - Slide
Vreemd geld kopen!
Slide 15 - Slide
Omrekenen van euro's naar Ponden
Met formule of verhoudingstabel
Slide 16 - Slide
Omrekenen van vreemd geld naar euro's
Situatie 1
van euro’s naar vreemd
geld
=> lage wisselkoers (u koopt / aankoopkoers)
Slide 17 - Slide
Omrekenen van vreemd geld naar euro's
Situatie 2
van vreemd geld terug
naar euro’s
=> hoge wisselkoers (u verkoopt / verkoopkoers)
Slide 18 - Slide
Wat weet je nog van
Paragraaf 3.1
Hoe betaal je ?
Slide 19 - Slide
Op mijn spaarrekening staat 6 x mijn loon. Dit voor het geval ik zo maar ineens werkloos word.
A
sparen voor de rente
B
sparen voor een bepaald doel
C
sparen uit voorzorg
Slide 20 - Quiz
Ik zet € 5.000 op een spaardeposito.
Gedurende 5 jaar kan ik niet zonder boete, mijn geld gebruiken.
A
sparen voor de rente
B
sparen voor een bepaald doel
C
sparen uit voorzorg
Slide 21 - Quiz
Elke maand leg ik € 100 opzij om een nieuwe MacBook te kunnen kopen.
A
sparen voor de rente
B
sparen voor een bepaald doel
C
sparen uit voorzorg
Slide 22 - Quiz
Leerdoelen
Na deze les weet je ...
Je kunt uitleggen wat de rol van banken is in ons geldverkeer
Je kunt de voor- en nadelen benoemen van beleggen vergeleken met sparen
Je kunt uitleggen wat je met de wisselkoers van vreemde valuta kunt omrekenen
Je kunt berekenen hoeveel vreemd geld je voor een bedrag in euro's krijgt
Je kunt een bedrag in vreemd geld omrekenen naar euro's
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Zelfstandig werken
Gebruik de resterende tijd voor met het maken van § 3.4 de opdrachten 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10
Vragen? Zacht overleggen met buurman, vinger opsteken
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Bij de Wehkamp kun je een iPhone op afbetaling kopen. De normale prijs is € 639,-. Bij koop op afbetaling betaal je 48 maanden een bedrag van €15,48. Bereken hoeveel kredietkosten (rentekosten) je betaalt.
Slide 27 - Open question
Vul het juiste woord in: bij een hypotheek is de rente ........ dan bij een consumptief krediet
A
hoger
B
lager
Slide 28 - Quiz
Bij welke vorm van consumptief krediet kun je rood staan?