Woorden en spelling H4

Programma van de week
Woorden 4.3 afronden
Spelling 4.5
Lezen uit Anne Frank
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Programma van de week
Woorden 4.3 afronden
Spelling 4.5
Lezen uit Anne Frank

Slide 1 - Slide

Doelen?
- Ik ken de woorden van 4.3 
- Ik weet wat een hyperbool en eufemisme zijn.
- Ik weet alles over de spelling van het bn (van vd en od/td).
- Ik weet wanneer ik een koppelteken, weglatingsteken, apostrof, trema en accentteken gebruik.
Ik ken de dicteewoorden van 4.5.

Slide 2 - Slide

Lekker lezen
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Huiswerk/Theorie 1
- Controleren van het huiswerk + overhoren van de woorden van 4.3
- Hyperbool en eufemisme

Slide 4 - Slide

Aan het werk
-  Dictee 4.5 + nakijken 
- Klaar en tijd over, begin van bij 4.5 opdracht 3 t/m 8

Slide 5 - Slide

Huiswerk: wat ga ik zelf nog herhalen/oefenen

Slide 6 - Slide

Huiswerk/Theorie 2
- Dicteewoorden
- Werkwoordspelling

Slide 7 - Slide

Werkwoordspelling
Wat is het verschil tussen?
- verbreedde
- verbrede
Maak met beide vormen een voorbeeldzin om je uitleg te ondersteunen.

Slide 8 - Slide

Aan het werk
(Allereerst: 4.3 mk (6,11 niet) als dat nog niet af is)
Spelling 4.5 mk opdracht 3 t/m 6
Opdracht 5 uitwerken (ipv bespreken)

Slide 9 - Slide

Huiswerk

Slide 10 - Slide

Huiswerk/Theorie 3
- Herhalen werkwoordspelling en dictee
- Bespreken opdracht 5

Slide 11 - Slide

Aan het werk
Afronden spelling 4.5: mk opdracht 7 en 8
(Controleren 4.3)

Slide 12 - Slide

Doelen behaald?

Slide 13 - Slide

Huiswerk

Slide 14 - Slide